Cuenca - Cardona
Cuenca is een indrukwekkend stadje aan een kloof. Vandaar rijden we via diverse berggebieden (onder andere de Serrania de Cuenca en de Montes Universales), naar Cardona, waar we overnachten in een kasteel.
Dit reisverhaal begint met dag 1.
Donderdag 1-6-2000
Het voordeel van een parador is dat je alle ruimte hebt in je kamer om je kaart op de grond uit te spreiden. Twee boven elkaar lukt zelfs ook met gemak.
Vandaag trek ik een lijntje naar Cardona , tussen Barcelona en Andorra. Dan kunnen we morgen mooi in Andorra kijken of ze banden hebben.
Toen we vorige zomer met Pieter op vakantie waren in Barcelona en de Picos , zijn we door Cardonac gekomen, 's nachts, heftig op zoek naar een plek om te slapen. We kwamen daar bij het parador terecht, gevestigd in een enorm middeleeuws kasteel, boven op een berg. Helaas was het vol.
Vandaag bel ik ze, en ze hebben een kamer voor ons, deze keer zelfs één met één groot bed! Is wel jammer dat Pieter er niet bij is, want die had ik het bij uitstek gegund, slapen in een echt kasteel.
Toen we gisteravond Cuenca binnenreden waren we van plan vanochtend de oude stad te verkennen, maar als ik zo bekijk wat we vandaag moeten rijden is dat niet zo slim. Shit, moeten we niet alleen terug voor Andalucia, maar ook nog voor Cuenca!
Eerst gaan we richting Teruel , over gele wegen, dwars door de Serrania de Cuenca.
De weg loopt langs een rivier, en we hebben meteen al uitzicht op mooie rotsformaties: losse grijze rotsen, en hele wanden, in diverse kleuren, die tussen het groen opdoemen. Heel erg fotogeniek.
Op een gegeven moment kunnen we rechtsaf, naar de Ciudad Encantada, de betoverde stad. Het is helemaal uit de richting, maar we kunnen best even heen en weer gaan toch?
Het is vreemd gesteld met de Michelin-kleuren van de wegen hier. We komen net van een gele weg en rijden nu op een witte, maar dit is een
brede met strak asfalt.
Het uitzicht is minder mooi dan net, we rijden nu helemaal door het bos, maar wat een weg en wat een bochten! Eigenlijk zou je per stukje weg even
voor een andere motor moeten kunnen kiezen, want dit is weer een supersuperMantraweg.
Als we bij wat rotsblokken komen zien we bordjes met Ciudad Encantada. Daar moet je voor betalen, maar als die rotsblokken hier een voorproefje zijn, vond ik het uitzicht van daarnet stukken interessanter. We gaan lekker weer terug, om weer van de weg te genieten.
Van de Serrania de Cuenca komen we door de Montes Universales.
Het landschap blijft voortdurend veranderen: bloemenweiden, rotswanden, riviertjes, droge hellingen.
We rijden steeds over gele wegen, maar er zijn grote stukken bij waar de weg beslist nog niet geel is: smal en zeer hobbelig. Er zijn ook grote stukken bij waar ze bezig zijn de weg geel te maken: het wegdek is weg, en de ondergrond is meestal stenig, soms wat zanderig. Redelijk goed te rijden, maar we schieten natuurlijk erg langzaam op. Dan komt er een lang recht stuk naar Teruel, en vandaar gaat het weer de bergen in.
De weg loopt hier door een erg verlaten en achtergebleven gebied.
De weg zelf is heel smal en erg kapot, en we komen af en toe door een dorpje waar de tijd volledig heeft stilgestaan.
Eén keer is niet duidelijk hoe de weg verder gaat. Er komt een schaapherder aan, met schapen, en we willen het aan hem vragen,
maar hij doet maar net of hij niet door heeft dat we contact zoeken. Je wordt ook niet voor niks schaapherder, stel ik me zo voor ;-)
De meisjes van een jaar of tien die de Sevillana aan het dansen zijn daarentegen zwaaien uitbundig, en roepen "Olé".
En ondertussen heeft Ernst onze weg weer gevonden (het is wel mooi: alle andere wegen hier zijn onverhard).
*Red. Hierna gaan we bij een lief beekje zonder water even piknikken en zien opeens een enorm insect rondscharrelen, vraag me nog steeds af wat we gezien hebben, een soort sluipwesp koningin, zonder vleugels en een achterlijf van een centimeter of zeven lang en een cenitmeter doorsnee, en dan pikzwart met zes rode bandjes die konden scharnieren, en maar rennen dat beest totaal doelloos naar het scheen, dan klom ie weer in een plant en dan weer eronder door ?
Nu komen we aan een erg lang stuk opgebroken weg, en deze keer is het niet alleen een stenige ondergrond, maar ook een heel stuk met een dikke laag heel los grind. Echt een ramp om doorheen te moeten!
Ook hier weer rij ik een stukje, totdat de GS veel te veel begint te zoeken en naar alle kanten te bewegen, en dan stop ik, haal drie keer adem, en begin weer opnieuw. Helemaal tegen alle offroad regels, maar het werkt prima, en ik val niet. Zelfs niet toen er een vrachtwagen de hoek om kwam zeilen, op mijn weghelft.
Je moet je voorstellen dat alles hier natuurlijk behalve erg veel bochten, ook nog eens vertikale componenten heeft...
Het is alles bij elkaar natuurlijk verschrikkelijk vermoeiend rijden. Het grind sowieso, maar de wegen zijn tot nu toe allemaal van het type waar mijn banden op dit moment het slechtst mee overweg kunnen.
*Red. weet je wat vermoeiend is, hier boer zijn ;-รพ
Tot overmaat van ramp staat er al 430 kilometr op mijn teller, en we hebben al die tijd nog geen benzinepomp gezien. Over dertig kilometer staat de grotere plaats Morella op mijn kaart. Daar is al mijn hoop op gevestigd.
Als we omlaag gaan zet ik de motor uit om benzine te sparen, maar dan krijg ik weer kramp in mijn hand, en dan denk ik laat ze ook
stikken met hun benzine, als ik stil kom te staan dan komen we maar stil te staan.
Ondertussen ben ik steeds aan het rekenen hoeveel kilometer het nog is en hoeveel op hoeveel ik moet rijden.
Tenslotte komen we op een T-splitsing, waar Morella
rechts staat aangewezen.
Ik ben zo moe dat ik niet meer zie dat er op mijn kaart inderdaad voor Morella zo'n T-splitsing is, en denk dus dat we nog verkeerd zijn gereden ook.
Die goeie Ernst gaat voor me kijken of er in de buurt benzine is, en komt al snel terug: rechtsaf, binnen drie kilometer, is een pomp!
En zo heeft mijn goeie GS me 460 kilometer verder gebracht, zonder morren, en de tank was nog niet eens helemaal leeg ook.
*Red. en zou nog drie liter meer in kunnen, alle paniek zoals gewoonlijk wer helemaal voor de kat zijn kut (maar ja het is wel een lekkere...) 460 kilometer op 21 liter ;-) En ik maar 17 liter ;-;
Ik ben langzamerhand uitgeput van de slechte wegen (wat ongelofelijk klote van die ellendige banden, want dit zijn nou juist de wegen die ik het allerleukst vind!!!), en we overwegen om in plaats van de gele route die we hebben uitgezet, voor een rode weg te kiezen. Alleen staat een heel stuk daarvan weer in rood-wit aangegeven, wat betekent dat het een weg van slechte kwaliteit is.
*Red. "Schat" wil je op de R3B ?
!NEE!
*Red. *zucht* wat zie ik in dat hopeloze zelfkwellertje ?
Als de splitsing zich aandient kiezen we daarom toch maar voor de gele weg, en het valt eigenlijk erg mee. Bovendien loopt hij voor een heel groot gedeelte door het bos, wat lekker koel is.
Dan komen we terecht op de rode weg naar Reus
.
Halverwege heb ik de route verder getekend over witte weggetjes, die doorsteken naar
Montblanc
(tsja, zelfs die hebben ze ook in Spanje).
Het blijkt een waanzinnig weggetje te zijn, dat met andere banden en onder andere omstandigheden ook wel weer de prijs voor het mooiste weggetje (nou, op één na dan) van Europa zou kunnen krijgen: de ene haarspeldbocht na de andere, en heel smal, en overal grind in de bochten.
Maar het is al laat, en we hebben nog een lange weg te gaan. Mijn banden doen het helemaal niet meer, en die van Ernst beginnen zich ook steeds zoekeriger te gedragen.
***Red, "Schat" wil je op de R3B ?
!NEE, heeft toch geen zin meer...!
*Red. *zucht* wat zie ik in dat hopeloze zelfkwellertje ?
Ook deze weg moet op een volgende keer wachten dus! We rijden terug (dat komt bijna nooit voor, dat we terug rijden!!!), en vervolgen de rode weg naar Reus.
*Red. Leuk joh zo'n Parador reserveren ;-( maar we kunnen altijd nog opvoeren dat er in iedere bocht split lag (erg vervelend als je al behoorlijk moe bent)
*Red. hier hebben ze een heel absurde manier van landbouw, allemaal terrasjes, omzoomd met muren uit gestapelde stenen, en dan niet een paar terasjes maar honderden sommigen maar 4 meter breed, en dan wel muurtjes van een meter of meer hoog, miljarden stenen die op elkaar gestapeld zijn, echt te raar om te geloven dat mensen daar het geduld voor hebben als ik Syl bekijk...
En tsja, we hebben al die tijd in Spanje overheerlijk Spaans gegeten, maar dan zien we de rood-gele M boven de huizen uitsteken,
en we zijn erg moe, en we halen het hotel vast niet voor elf uur, dus vinden we het allebei slim om maar eens bij deze motorclub te stoppen
en een hapje te eten.
Het is wel mooi: in Nederland gaat iedereen verspreid zitten; hier komt iedereen aan een tafeltje naast ons zitten ;-)
*Red. Hier zien we terwijl we zitten te eten een Policia in opleiding driftig fluitend en gebarend helemaal synchroon met de stoplichten ;-)
Van Reus gaat een saaie gele weg naar Montblanc, en van daaruit gaat de tocht naar Igualada , over een mooie (en dus vermoeiende) weg.
Eigenlijk hadden we gepland om vanuit Igualada een omweg te maken door de
Sierra de Montserrat
, bergen die we afgelopen zomer samen met Pieter hebben gezien,
en waar we graag weer doorheen zouden willen rijden.
Vanwege tijd en vooral vermoeienis geven we dat op: we rijden er onder langs.
Ook de weg onder langs is een prachtig bochtig kloteweggetje, en je kunt al heel snel Montserrat, de gekartelde bergen (zo zien ze er inderdaad uit: hoge bergen met een gekartelde rand, heel vreemd en heel mooi en heel luguber-sprookjesachtig) af en toe tussen de bomen opdoemen.
*Red. Als je zo door Spanje rijd voel je je af entoe echt Frodo op reis door Middenaarde, we zagen Mordor al van tientallen kilometers liggen grillig afstekend tegen alle vriendelijke bergricheltjes eromheen, net alsof daar ooit een hele hoge (echt HEEEEL hooge) berg berg heeft gestaan en er een waarlijk monstreus gigantische reus kwam en hem afbrak om de maan ermee in een baan om de aarde te meppen.
Ik rij op de toppen van mijn kunnen om die motor nog met een beetje aanvaardbare snelheid over dat weggetje te jagen, als er in een linkerbocht een wit busje van de andere kant aan komt stuiven, HELemAAL OP MIJN WEGHELFT!!! De chauffeur schrikt, maar scheurt zo hard dat hij bijna niks meer kan doen. Ik stuur de berm in, maar die berm is maar voor een heel klein stukje horizontaal, daarnaast gaat het steil naar beneden! Godverdegodver.
Het gaat echt net goed: het busje kan nog net een klein beetje naar binnen sturen, en ik kom met mijn stuur rakelings langs het busje, en hoef nog net niet van de weg af. En dat met die klotebanden.
Ik zit trillend op de motor, en stop daarom maar bij de eerstvolgende plek om mijn hart te kunnen luchten.
"Mooi hè, MontSerrat", zegt Ernst, die er naast komt staan, en naar rechts kijkt, waar MontSerrat zich in volle glorie laat zien.
"Dat klotebusje zat helemaal op mijn weghelft, zag je dat?", antwoord ik.
"Ach ja, zo zijn ze, die Spanjaarden", antwoordt Ernst die geen zin in negatief geëmmer heeft en van zijn berg wil genieten.
*Red. Ja want zo ver en toch dichtbij is Montserrat zo ongelooflijk indrukwekkend als de zon net onder is gegaan en ze daar in de licht rode schemer liggen te schrapen aan het zwerk.
Tsja, en dan word ik razend natuurlijk. Ik start de GS en spuit er vandoor, volkomen onverantwoordelijk. Ik kom niet op de weghelft van de overkant, zover ga ik niet, maar als er weer zo'n busje aan zou komen zou ik echt helemaal niks meer kunnen doen. "Dan moeten ze het verdomme zelf maar weten", denk ik. Ik rij als een God, op die klotebanden. Ik haal een verbouwereerde OTR in, en een auto, en rij echt kei- en keihard. De enige manier om dat met die banden te doen is remmen voor een bocht, dan hard er in rammen, en keihard gasgeven.
Ondertussen bedenk ik mijn wraak: Ernst vind het natuurlijk maar niks, als ik zo onverantwoord rij, en als hij daar dan over begint te zeuren zeg ik gewoon "Tsja, zo ben ik nou eenmaal", dat lijkt me een hele mooie.
Op het moment dat ik dat bedenk, bedenk ik dat ik Ernst al die tijd niet meer in mijn spiegeltje heb gezien. Ik minder dus vaart en laat hem bijkomen. Het duurt een poos, ik begin al bijna te denken dat ik moet omdraaien en dat hij daar is blijven staan, maar dan zie ik hem. En spurt ik er weer vandoor, maar hij kan het weer niet bijhouden.
Tenslotte stop ik maar, maar hij begint verdomme niet te zeuren!!! Ik zeg tegen hem dat ik verdomme bijna de afgrond in was geduwd en dat hij dan alleen maar te melden heeft dat Spanjaarden nou eenmaal zo zijn, en dat ik nou eenmaal zo ben dat ik dan razend word, maar dat is natuurlijk niet helemaal zoals ik het me had voorgesteld.
Ik ga er dus maar weer vandoor, maar deze keer rij ik wat voorzichtiger, en tenslotte stop ik weer, en slaat Ernst z'n armen om me heen en troost me. Hij dacht dat ik was gestopt om die berg te bewonderen, zo snap ik inmiddels, en hij snapt zo langzamerhand hoe erg ik geschrokken ben van dat busje.
Als ik ooit ga racen moet ik speciaal iemand hebben die me razend maakt voor een wedstrijd, dan win ik alles!
*Red. moet je gewoon in de klasse van Pepijn gaan rijden...
We zijn ondertussen bij Manresa aangekomen, en van hieruit kennen we de weg. De vorige keer reden we deze weg vanaf de andere kant, maar net als nu was het donker.
*Red. We komen weer langs het Hotel waar Pieter zijn eerste eigen hotelkamer had. En ook de "nederlandse" spanjaarden die ons de vorige keer dat enorm lelijke maar goede hotel Pere III hadden aangewezen zaten weer voor hun Bar-Hostal ;-)
Het is elf uur als we in Cardona aankomen, en de haarspelden naar het kasteel rijden. Het is echt een enorm kasteel!
We vragen waar ze onze motoren het liefst willen hebben, en dan zeggen ze dat de binnenparkeerplaats helaas al vol is, maar dat we door mogen
rijden naar de plek voor de keuken, waar de voertuigen van de werknemers staan.
Als we willen kunnen we daar onze bagage op de motor laten zitten, want het is absoluut veilig, zeggen ze ;-)
We krijgen een heuse plattegrond mee van het kasteel, en dan nog is het een zoektocht naar de lift en naar onze kamer, want we moeten door gangetjes en door zware houten deuren.
Slapen in een echt kasteel!