Weg met motorrijder, Besneeuwde bergen
De Col d'Izoard

Guillestre - Col de la Madeleine

De Col d'Isoard is een spectaculaire pas. De Col de la Croix de Fer biedt een spectaculair uitzicht.

We vinden een hotelletje op de Col de la Madeleine.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Dinsdag 6-6-2001

Het ontbijtje in het oudevandagenhotel was, zoals te verwachten, niet echt je dat. Bovendien waren de Harleyboys nog niet wakker, zodat we niks hadden om naar te kijken, alleen één van de hoteldames die de tafelkleedjes tot op de millimeter precies op de tafeltjes legt biedt nog wat kijkwerk.

 

Maar goed, met het uitzicht op de Alpen erbij heb je verder eigenlijk ook niks nodig.

***Red... Een kop koffie was wel lekker geweest, want het afwaswater dat ze aan de prachtige espresso machine weet te ontlokken lijkt meer bedoeld om hem te spoelen...

 

Vanuit Guillestre vertrekken we via de D902 naar de Col d'Izoard.

 

Een weg door het bos, over woeste beekjes,

 

langs ravijnen,

 

door tunneltjes,

 

en dan ga je klimmen,

 

en verdwijnt het bos, en dan een bocht naar links,

 

en dan heb je een berg rechts naast je (je kijkt hier terug), en dan rij je een bocht naar rechts, zodat je aan de andere kant van die berg kunt kijken,

 

en dan zie je een sneeuwlandschap met hele vreemde puntige bruine pieken er in, naaldachtige pieken. Kleine bruine puntige piekjes.

 

Klein, tot je er naar toe rijdt, en er vlakbij staat, dan zijn het opeens bergen op zichzelf, die naalden die uit de sneeuw steken (dat geel omcirkelde figuurtje,dat ben ik op de Roadrunner).

Le Casse déserte heet het officieel, een onherbergzame puinhoop, een steenwoestijn in de sneeuw, ik heb nog nooit zoiets gezien.

De Raven die er spelen laten nog eens extra goed zien hoe absurd groot de pieken zijn, en ik sta daar te kijken en te kijken (terwijl Ernst een eind verderop een panorama aan het fotograferen is). Een volkomen ontoegankelijk wonder ligt daar voor me.

 

De pas is nog een klein eindje verder. Bovenop een gebouwtje, de route naar de deur is netjes schoongeveegd, maar aan de andere kant van de poort ligt de sneeuw nog manshoog, zodat de deur daar achter volslagen dichtgebarricadeerd is.

***Red... La Tour de France ofzoiets zetelt er in het gebouwtje, mag dus voorlopig nog dicht blijven...

 

En dan gaat de weg naar beneden. Ik heb mijn motor al uitgezet, maar dan zie ik de Refuge Napoleon , een oud gebouwtje, met terras ervoor. Dát is de plek voor ons uitgestelde ontbijt!

 

En zo kunnen we in de zon genieten van dat weirde landschap, onder het genot van koffie en zo, gebracht door een hele vriendelijke dame.

 

(en zo ben je dan in dat landschap terechtgekomen)

Het terras druppelt vol: een stel Belgen met een hond, en een groep Nederlandse fietsers. Dit is echt zo'n plek waar je de hele dag zou kunnen blijven zitten, tenzij er Nederlandse fietsers bij komen zitten natuurlijk ;-)

***Red... Het hele gebouwtje hangt vol met tekeningen van een plaatselijke artiest, erg leuk om te zien hoe hij in de jaren anders tegen de dingen aan is gaan kijken ;-)
De rest van het gebouw is ook een groot verzamel-object-trouve paradijs.

 

De Roadrunner is er nauwelijks toe te bewegen het stukje pad omhoog te klimmen voor ik weer naar beneden kan, wat bij de fietsers volgens Ernst tot veel afkeurend gemompel leidt over het lawaai dat ik maak,

 

maar ze hebben eigenlijk geen recht van spreken, want tegenover die paar meter lawaai staan kilometers met de motor uit, zo lang als ik het volhou...

 

Het lastige is dat ik allerlei bloemen zie onderweg die ik eigenlijk wel zou willen bekijken, lichtblauwe crocusachtieg dingen bijvoorbeeld, en fantastische uitzichten, maar het is natuurlijk zonde om te remmen met je motor uit...

 

Kortom, ook de afdaling aan de noordkant van de Col d'Izoard is genieten...

Door Briançon, waar ik me weinig meer van herinner;

 

dan de rode weg op naar het westen, de N91, erg mooi, met een aantal ongelofelijke watervallen, maar wel druk natuurlijk.

 

En dan, voorbij de afslag naar Alpe d'Huez , naar rechts, naar de Col de Croix de Fer .
Een prachtig klein weggetje, heel smal, en het eerste gedeelte helemaal door het bos kronkelend.

Hier komen we onze Duitsers tegen. Ik rij voorop, zoals gewoonlijk, en dan zie ik twee Duitse motorrijders voor me, die we in snel tempo inhalen.

Ik kan er zelfs op het rechts stuk langskome, maar zodra de achterste dat in de gaten heeft zwaait hij helemaal naar links. Niet dat ik me daar iets van aantrek, want ik blijf gewoon stug rechtdoor rijden, maar aardig is anders. De voorste, een hele dikke, kom ik daarna zonder veel moeite voorbij.

 

We zoeken een plekje om te gaan zitten, wat Sultana's eten en iets drinken. Ik stop waar de weg een beekje oversteekt, maar we vinden het allebei nog niet het ideale plekje.

Ondertussen zijn de Duitsers weer langsgekomen, dus we moeten er weer voorbij. Ik zie ze al snel weer, maar deze keer geven ze enorm gas na een bocht (en inderdaad, ze staan stil *in* de bocht), en dat kan ik niet hebben met de Roadrunner, want we gaan omhoog en het is koud.

Ik ga dus naast de achterste Duitser rijden in een bocht, en wring me langs hem. De dikke die weer vooraan rijdt geeft extra gas, ik kom ernaast, er komen tegenliggers aan in de vorm van motorrijders, maar het lukt hier makkelijk met z'n drieën, dus dat lijkt me geen probleem.

Maar als die motorrijders vlakbij zijn (het inhalen op dat rechte stuk gaat nauwelijks omdat die dikke Duitser steeds meer gas geeft, het is een lang recht stuk) gaat die dikke Duitser opeens helemaal naar links en duwt me bij die tegenliggers naar binnen!

 

Ik ga er achter rijden en claxonneer, voor het geval die dikke me niet heeft gezien, maar de reactie blijft om helemaal midden op de weg te gaan rijden.

Nou ja, geen nood, vlak voor de eerstvolgende bocht ben ik er langs, want de dikke remt absurd af. Ik steek mijn middelvinger op, want niet opzij gaan in de bergen voor iemand die sneller is vind ik al misselijk, gasgeven op het rechte stuk met iemand die bezig is je in te halen is nog misselijker, maar iemand expres bij een tegenligger naar binnen proberen te duwen vind ik wel een middelvinger waard.

Ze verdwijnen na onze inhaalactie extreem snel in onze spiegeltjes: blijkbaar reden ze ver boven hun "comfort" snelheid, wat de zaak helemaal belachelijk maakt.

***Red... Bij mij proberen ze het ook, maar ja de R3B is wel gezond en de voorste schrikt zich de tweede keer als ik er maar met 160 langsga een beetje het apelazerus, maar dan moeten ze maar eens leren dat het in Frankrijk geen Nederland is.

 

Verderop is er een landschap van met gras begroeide bergen, met een eind rechts van ons water. We zetten de motoren neer en lopen naar het water toe. Het blijkt voorzien te zijn van een van waterval en het gras van bloemen

 

(hele mooie wilde narcissen, en viooltjes natuurlijk).

Heerlijk heerlijk luieren in het gras, en dan weer verder. De Duitsers zijn inmiddels zo ver voor dat we daar geen last meer van zullen hebben.

 

***Red... Echt een heerlijk plekje, ook al werkt het nogal stimulerend op de aandrag zal ik maar zeggen, heerlijk liggen mijmeren, dat als ik later een ZelfbedruipHotel in Eaux Chaudes heb, dat ik dan hele dagen bij dat soort watervalletjes kan liggen dromen van een onuitputtelijke blaas ;-)

 

Dan komen we op de eigenlijke Col de Croix de Fer (tot nu toe was een soort aanloopcol). Een stuk of tien Slechtvalken, nooit geweten dat die in teams jagen!

 

Bovenop de Col is een soort plauteautje, waar je het uitzicht van de overkant kunt bekijken, en dat is grandioos! Je kijkt hier heel ver over de Alpen, en ziet allerlei toppen, alsof je zo'n overzichtskaart voor je hebt. Onder andere een soort drielingtoppen, precies op elkaar lijkend, en vlak bij elkaar.

 

***Red... De drie tieten is dus niet alleen een leuk bandje...

 

Naar beneden rijden, met paarse en geelgroene orchideeën in de berm, deze keer moet ik er gewoon wel voor stoppen.

 

links van de weg grandioze uitzichten,

 

rechts van de weg orchidee-achtigen, in warm eind-van-de-dag-licht.

 

Zo mag het altijd wel blijven...

 

Een weggetje dat niet op de kaart staat, dat via een colletje door het bos naar de rode weg leidt (hoop ik althans) die we moeten hebben.

 

Een heerlijk smal weggetje uiteraard, dat langs een paar boerderijen komt (met hond, die me verdomme gewoon staat op te wachten om naar mijn benen te happen).

 

Links van ons een aantal grotten, echt enorme grotten, oh, wat zou Pieter hier bang voor beren worden...

Een familie Raven vliegt hier heen en weer, om de grotten nog wat extra sfeertekening te geven.

***Red... Ja die twee honden lagen mooi verstopt achter een heuveltje in het gras te wachten ;-)
De raven vond ik een stuk leuker, zoals ze nieuwsgierig waren naar onze nieuwsgierigheid.

 

De rode weg, de N6, moeten we een stukje naar links op, en dan rechtsaf door La Chambre. Ik zie een hotelletje, maar La Chambre is nogal een industriestadje, we zoeken wel wat in de bergen. Dan wordt het echt nodig, want het is gaan onweren, en niet zo'n beetje ook, en met onweer op een Col lijkt me niet echt het slimste wat je kunt doen. De Col de la Madeleleine op, en dan zien we borden dat er over 5 km een hotelletje is.

Het ziet er redelijk uit, zo'n houten gedoetje met wat schuren er omheen, dus we stoppen en ik vraag of er een kamer is. Dat is het geval (een absurde kamer blijkt, met de wc op de gang en een douche ingebouwd in een soort kast, waardoor ze er een tweesterrenprijs van hebben weten te brouwen, maar vooruit, je kunt er slapen).

***Red... Le Planet, at the end of the known Galaxie ;-(

Als ik weer buiten kom staat Ernst te stikken van het lachen. "Kijk eens naar die motoren, komen die je niet bekend voor?"
Verdomd, de Duitsers slapen hier ook!

We zien ze niet als we buiten een biertje drinken (het onweer is alweer over, het is alleen nog maar erg bewolkt), en ook niet als we later binnen een hapje eten, ze zijn zeker al naar bed.

We maken nog even een avondwandelingetje (de kamer is niet echt de meest aantrekkelijke plek om de avond door te brengen), en dan doet zich een prachtig fenomeen voor: zodra Ernst stil staat is hij vergezeld van een enorme zwerm vliegen! Ik heb nergens last van, ook niet als ik de bloemetjes in de berm bekijk, maar Ernst wordt gevolgd door een hele kudde verliefde vliegen.
Hij zwaait met zijn handen, zwaait met stokken (die telkens breken), maar niks helpt.

***Red... Echt absurd, ik snap niet dat Linus er zo onverstoorbaar onder bleef, dat verliefde gezoem is bekant nog erger als dat gekwijl van Syl.

Het is hier trouwens een heel vreemd gedoetje, stugge mensen, die Duitsers die opeens zijn opgedoken, een dorpje dat er echt uitziet alsof er van die Epe-inteelt-gebeurtenissen plaatsvinden in al die huizen....

***Red... De uitgemergelde paarden in de wei doen ook al geen goed aan het beeld, en de woest blaffende honden aan het einde van het voetpad dat naar de Col de Madeleine zou lopen bederven het helemaal, we gaan maar weer terug, na eerst nog langs de kerk te zijn gewandeld, om daar een al even troosteloos kerkhof te zien, een flink ommuurd stuk land, met aan de ene kant een tiental Familiegraven, en achterin wat losse, en voor de rest *leeg*, vreten ze hun doden op ???

's Nachts slapen we in een hopeloos bed, in een hopeloze kamer in een hopeloos hotelletje, met de herinneringen aan de Col d'Izoard en de Col de la Croix de Fer. En morgen wachten er nog meer Cols...

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: