Loodrechte kloof met water onderin, van boven gezien
De kloof van Ronda

Antequera - Ronda

Even buiten Antequera ligt El Torcal, een gebied met witte rotsen, heel bijzonder.

Van daaruit rijden we naar Malaga, door heuvelachtig gebied. Malaga heeft een oud Moors kasteel, en is een gezellige stad. Bij het rijden naar Ronda vangen we nog een glimpje Torremolinos op, maar we zitten al snel in de bergen: de Sierra de las Nieves en de Serrania de Ronda.

Kennismaken met Ronda, de kloof, de oude Moorse stad.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Zaterdag 30-12-2000

Opstaan in een parador is een feest, want er staat je een gigantisch ontbijtbuffet te wachten, met alles wat je je maar aan vruchtensappen, vleeswaren (warme beenham die je zelf mag afsnijden bijvoorbeeld), eieren, worstjes, broodjes, cereals enzovoort kunt voorstellen.

Deze keer hebben we qua bekijkwerk vooral veel plezier van een gezin Amerikanen. De ouders uit de hippietijd, en twee bijna volwassen zonen, die alle vier duidelijk nooit een woord uitbrengen voor ze een liter koffie ophebben, en de oogjes willen ook niet al te best open.
De jetlag zal ook wel meespelen, maar het blijft een prachtig gezicht vind ik, zo'n hele zwijgende familie, helemaal niet kwaad op elkaar, maar gewoon allemaal eigenlijk steeds bijna in slaap zakkend.

Op zo'n ontbijt kun je het doen tot de Spaanse etenstijd 's avonds, tien uur dus. Echt een heerlijk ritme vind ik dat.

 

Dan inpakken en een route uitzetten. We kunnen dezelfde weg nemen die we de vorige keer de andere kant op reden, maar we hebben tijd zat, dus gaan we eerst de Middellandse Zee bekijken, bij Malaga .

Ernst heeft in de hotelfoldertjes nog gezien dat er hier vlakbij een groot meer is, waar Flamingo's broeden, de Laguna de la Fuente de Piedra, en dat wil ik wel graag bekijken, maar dat ligt weer helemaal uit de route, dus nemen we ons voor daar op de terugweg langs te gaan, die kunnen we tenslotte, in tegenstelling tot de heenweg, helemaal op ons gemak doen.

 

Eerst Antequera uit, de C3310 op, omhoog het stadje uit. Een fantastisch uitzicht over een wit Antequera beneden, met daarnaast een heuvel met het Moorse kasteel, de Alcazaba, uitgelicht door de zon, en daarachter weer een heel typisch gevormde berg.

Uiteraard is die zon weg als we stoppen voor een foto, maar met een beetje geduld is het toch nog gelukt.

*Red. het is altijd weer een heerlijk beeld om de zon zo van aandachtspunt naar aandachtspunt te zien glijden over een in schaduw gehuld landschap, zo van: "Kijk hier eens, en hier, maar daar ook hoor, KIJK DAN!!!" en wij dan braaf kijken ;-)

 

Deze weg is echt zo'n Spanjeweg: haarspelden, alle soorten bochten, uitzichten op bergen die hier en daar begroeid zijn, en hier en daar hun naakte waarheid laten zien. Een ruïne naast de weg van een boerderij, met eigen berg erachter. Zal dit dan ooit ons huis worden?

*Red. Tja een Hotel was er niet goed meer in te herkennen, maar dat was het wel, en hier, ja hier diep in de binnenlanden wil ik wel wonen !

Een bordje met natuurpark El Torcal, rechtsaf. Ach, we hebben toch de tijd nietwaar, we gaan even kijken.

 

De begroeiing wordt spaarzamer, je ziet steeds meer witte rotsen, met horizontale en vertikale groeven.

 

We komen uit in een soort amfitheater van steen, Bryce Canyon, moeten we beide aan denken, maar dan anders.

 

De horizontale groeven zijn soms zo diep dat het lijkt alsof je omringd wordt door rotsen die bestaan uit op elkaar gestapelde schijven.

 

Het wit licht op in de zon (in de zomer moet je hier een dikke zonnebril op), en daartussen overal groen. Door de wolken zijn het steeds verschillende plekken die oplichten.

We lopen rond, hier en daar zie je kleine mensjes tussen de rotsen bewegen, wat de schaal mooi aangeeft.

 

En vanaf het uitzichtspunt zie je heel in de verte al het blauw van de Middellandse Zee...

 

Verder over de C3310. Dit is zo'n weg die nooit hoeft op te houden.

 

Het rijden is een feest, de bergen veranderen steeds, en af en toe een dorpje, of een huis dat tegen een oude (Moorse, Romeinse?) muur aanleunt ter variatie.

Heel mooi vind ik ook de twee lieve huisjes (met veel bloemen en met wijnranken overdekt terras enzo) waar netjes de vuilcontainers buiten staan te wachten, met nog geen twintig meter verder, aan de linkerkant van de weg, het dal in, een plek waar iedereen tientallen jaren lang zijn afval heeft gestort. Dan stel ik me die vuilniswagen voor, die de containers netjes ophaalt en twintig meter verder omkiepert.

 

Tenslotte is de weg die nooit op hoeft te houden toch afgelopen, en rijden we Malaga binnen.

Bordjes centrum volgen, uiteraard er weer eentje missen, maar tenslotte komen we toch bij de haven, met uitzicht op twee Moorse kastelen op een heuvel, het Alcazaba en het Gibralfaro , enorm van afmetingen.

Daarnaast de oude stad waar we inrijden, en een beetje kriskras rondrijden. Oud-Malaga doet denken aan Barcelona: smalle steegjes, die voetgangersgebied zijn, een vrij rechthoekig stratenplan, en hier en daar een (soms enorme) kerk, en veel pleintjes. Heel sfeervol, en totaal onverwacht na alle flats die niet veel leken te beloven.

*Red. Ik maak aan de haven nog een foto waar het Oude Malaga in terug te vinden is, waarlijk verbazingwekkend hoe je met een door een fototoestel aangeleverd paar oogkleppen een fantastische realiteit kunt creeeren, zal ik ook maar een set oogkleppen aanschaffen denk ik heel even...

We brengen er nogal wat tijd door, op zoek naar de N340 die ons langs de kust zal voeren (heel verwarrend: we willen de niet-snelweg, maar zowel die als de snelweg heten N340).

 

*Red. We vinden de 340 die hier zowel de ene als de andere is, en scheuren de afslag voorbij omdat daar alleen C-233 opstaat terwijl wij A-366 verwachten, maar ach, een paar leuke snelwegbochten verder draaien we weer terug de 340 op om volkomen verrast te worden door een wel heel erg siestaliefhebber die voor ons de weg opschiet uit zo'n debiel opritje, en daar, jawel 40 gaat rijden !!!

Op de één of andere wonderbaarlijke manier komen we inderdaad op die weg terecht, en we hebben ook nog het geluk de afslag naar de A366 te missen, zodat we moeten keren bij de afslag naar Torremolinos, en nog een glimp kunnen opvangen van dat vreemde fenomeen. Torenflats van een lelijkte waarbij vergeleken de Bijlmer een waar kunstwerk is.
Hoe krijgen ze het voor elkaar, dat zoveel mensen elk jaar weer volkomen vrijwillig hun zuurverdiende vakantiegeld afstaan om daar een patatje te mogen eten...

Aan de A366 voorlopig allemaal huizen van Costa del Sol liefhebbers. Wel leuke huizen, maar veel te veel bij elkaar.

Op de kaart staat één plaatsje, Alhaurin , maar dat loopt in de praktijk vanaf de N340 tot zo'n 30 kilometer landinwaarts, alleen hier en daar onderbroken door een golfbaan.

Maar dan, als we langs Alhaurin el Grande zijn gereden, wordt het minder, en zien we vooral nog restaurantjes, voor als de Costa del Sol liefhebbers eens in de bergen willen eten, en daarna, zeker na Coin, is het leeg.

 

*Red. Heeeerlijk het wegdek word ook weer verrassend en de bochten dansen weer de flamenco, ratatatatatata omdan opeens een echte haarspeld waar de muziek stilvalt ertussendoor te gooien, ik hou van de Flamenco dat altijd maar wisselende en van verassende pauzes en vergezichten doorregen ritme !

 

De weg wordt fantastisch hier, soms zie je hem een heel eind voor je uit kronkelen. Olijfboomgaarden, dennen, en kale bergen. Links van ons een enorm natuurgebied, de Sierra de las Nieves , bergen voor zover je kunt kijken.

 

Dan komen we terecht in de Serrania de Ronda , die wijdser en kaler en woester zijn, en tenslotte zijn we bijna blij dat de bochten van aaneengeschakelde haarspelden veranderen in wijdse zwiepers, en zo scheuren we het laatste stukje naar Ronda.

 

De bergen zijn hier van het soort waar je nooit uit weg zou willen: hier struikrover worden, dat is het wel (en inderdaad, dit is de plek waar struikrovers het verreweg het langst hebben volgehouden)...

 

Ronda bestaat uit twee gedeelten, aan beide kanten van de kloof. Wij komen binnen in het nieuwere gedeelte, en rijden daar dwars doorheen, tot het parador dat aan deze kant van de kloof staat.

Voor mij is een Amerikaan aan de beurt, die helemaal verbaasd en opgetogen is dat hij kamer nummer 1 toegewezen krijgt: "Number one? You really mean I got room number O n e ???".

 

Wij hebben een balkon, en als ik daar even ga kijken kijk ik verdomd zo in de diepte naar beneden! Getver.

Op de tafel ligt het "programma". Ik had het me nog niet zo gerealiseerd, maar precies die dagen dat ik geboekt heb hier, is er een programma. Vanavond krijgen we een diner (vroeg voor Spaanse begrippen: al om 9 uur), morgen kunnen we met de bus naar Antequera (bezoek aan het flamingomeer en El Torcal en de oude stad, en lunch in het parador) (dat slaan we dus maar over), en 's avonds weer een diner, en op nieuwjaarsdag is er een stadswandeling in Ronda (gaan we natuurlijk weer wel doen).

*Red. In de kamer staat een schaaltje met overheerlijk Amandelkoekjes en een fles Anijsjenever op de vermoeide reiziger te wachten, twee plaatselijke specialiteiten, de koekjes waren heerlijk, de liter Jenever leek ons iets te veel van het goede...

We hebben tijd zat, en besluiten daarom eerst eventjes zelf door oud-Ronda te dwalen.

 

De brug over de kloof is ongelofelijk. Ik snap niet hoe ze die gebouwd hebben. Hij staat op staanders van pakweg 250 meter hoog.

Beneden een prachtige rivier, de Guadalevin, en het mooiste is dat er in de kloof Alpenkraaien rondvliegen, onder de brug door schieten, en om elkaar heen buitelen.

 

Op de brug zijn hier en daar open metalen hekken, zodat je flink kunt griezelen of genieten, al naar gelang je geaardheid.

Aan de overkant van de brug dwalen we een beetje door smalle straten (eentje wordt steeds smaller, tot er tenslotte zelfs geen Fiatje 500 meer tussen past).

*Red. Precies als wij bij de heel erg Trompe l'oeuil steeg instappen horen we een auto achter ons aankomen, en bedenk ik me hoe dat ons zou overkomen,

"Ja Syl dat kan echt wel"
"nou ik geloof toch dat het beter is..."

"Altijd denk je dat het niet kan, wees nou eens een keertje positief"
"nee dit kan niet, echt niet"

"tuurlijk wel, anders hadden ze het nooit gebouwd"
*scraatsjjjj*

"hmmm... ik denk dat je toch gelijk hebt Syl, zullen we maar uitstappen ?"
*bonk*
"LUL!!!"

 

Een plein, met palmen, en een kerk, de Santa Maria de Mayor. Later lees ik dat je hierbinnen nog de gebedsruimte, de Mihrab, van de moskee kunt zien waar deze kerk voor in de plaats is gebouwd.

 

Het mooie van de kerk vind ik de galerijen aan de buitenkant, waar bloempotten op staan, met bloemen: een uiterst huiselijke kerk...

We dwalen zo'n beetje verder, langs het Museo del Bandolero , het bandietenmuseum (er heeft in de bergen van Ronda een Spaanse Robin Hood geleefd), en komen dan bij de Moorse muur rond de stad.

Langs die muur lopen we naar beneden, naar de twee lagere bruggen: de "puente arabe" (Moors) en de "puente viejo" (Romeins en Moors) .

Verderop, waar de kloof weer op z'n hoogst is, staat een huis met daarbinnen een door slaven uitgehakt trappenstelsel helemaal naar de bodem van de kloof, maar dat zullen we ovemorgen wel zien.

We lopen over de Moorse brug naar het nieuwe gedeelte van de stad (het is trouwens al lang donker), en lopen daar door het park dat langs de kloof is aangelegd: trappen en een soort bordessen van waar je steeds naar beneden kunt kijken.

 

*Red. hier vinden we ook de inspiratie voor de Trap van Gaudi in Parque Guell, en als we terugkijken naar de oude stad zien we opeens iets oplichten tussen de ruines, ik denk heel even aan het spook van Carthago, maar het is van een andere handelspost, meneer Pepsi doet groeten met een belachelijk uit de tijd slaande moderne flesjes braker...

 

Van hier uit kun je de "nieuwe" brug van beneden bekijken.

Dan de arena aan de buitenkant bekijken (tijdens de stadswandeling gaan we naar binnen). Hier hebben Orson Welles en Ernest Hemingway naar stierengevechten bekeken. Het is de oudste, of in ieder geval één van de oudste arena's van Spanje.

 

Heel mooi was een klopper op één van de deuren, in de vorm van een stierenhoofd, een kop kun je dat met goed fatsoen niet noemen, zo mooi...

Als we voor het diner naar de eetzaal gaan, blijkt iedereen behalve wij, nou ja, bijna iedereen, er op zijn paasbest uit te zien, met lange avondjurken en al. Ik heb weliswaar mijn drakenbroek aan, en Ernst heeft een schoon T-shirt aangetrokken (waarin een enorm gat blijkt te zitten), maar het steekt toch een beetje magertjes af tegen de parelkettingen en al dan niet nep-diamanten van de dames om ons heen. Maar wel veel om naar te kijken natuurlijk ;-)

Het diner is moeizaam voor mij: het begint met iieee... vishapjes, maar ik krijg in plaats daarvan superlekkere kaas, dus dat komt goed.
Dan iets wat volgens mij alleen maar schapenballen (nou ja, rammenballen dan) kunnen zijn, en volgens Ernst prima smaakt.

Dan komt er vis, waarvan ik maar van te voren zeg dat ik daar niet van houd. Ik krijg roerei met paddestoelen, neem een hap, en proef een intense vissmaak. Ik moet het wel weer uitspugen. Overal zitten stukjes makreel, blijkt.
Ik krijg nieuw roerei, zonder vis, maar krijg geen hap meer door mijn keel.

Mijn diner bestaat uit die kaas, twee heerlijke broodjes, en een overheerlijk toetje: amandeltaart met ijs. En wijn natuurlijk.

De meneer die alles regelt heeft mijn probleem in de gaten, en komt vragen wat ik wel lust, want voor morgen staat er alleen maar vis en schelpdieren op het menu. Rood vlees? Dan zal hij eens met de kok gaan praten ;-)

En morgen is het ouwejaar!!!

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: