Weg met bochten
De Costa Brava, de wilde kust

Montblanc - Sant Feliu de Guixols

De dag begint met onenigheid over de route: ik wil met een zo wijd mogelijke boog om Barcelona heen; Ernst wil er juist zo dicht mogelijk langs om de regen te vermijden. Het is kiezen tussen twee kwaden, en ik kies voor Ernst z'n voorstel.

Die route brengt ons door het indrukwekkende Montserrat, waar we lunchen met uitzicht.

Maar daarna wordt het een aaneenschakeling van voorsteden van Barcelona, en begint het ook nog eens heel hard te regenen: de twee kwaden tegelijkertijd.

Na wat dwalen komen we bij de kust, langs het verschrikkelijke Lloret de Mar, maar vanaf Tossa de Mar is de weg ongelofelijk mooi: dit is de Costa Brava op z'n best!

Deze droomweg eindigt in Sant Feliu de Guixols, waar we een aangenaam hotel vinden.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Vrijdag 4 mei 2012

We staan laat op: gisteravond hadden we onenigheid over de route. Die is ook lastig: vrijwel heel Spanje gaat gebukt onder regen, zelfs Andalucia. Er is alleen in het uiterste noordoosten een stukje dat droog zal blijven.

Ernst wilde niet via Manresa omdat het daar altijd regent volgens hem; ik had geen zin in Terrassa of Sabadell, en wilde zo ver mogelijk van Barcelona blijven. Uiteindelijk is het de taak van Ernst geworden om voor vandaag een route in elkaar te knutselen.

Eerst hebben we ons laatste ontbijt in Montblanc, bij onze Chinees die nu al zelf vraagt of we misschien een cafe doble (voor mij), een cafe americano (voor Ernst), een bocadillo con jamon (voor Ernst) en een bocadillo con queso (voor mij) willen: we zijn vaste klanten geworden.

Het is vandaag marktdag in Montblanc. Waar we ons vooral over verbazen is het grote vertrouwen. De vrouw van de kraam naast ons hangt haar tas met haar geld aan de buitenkant van de kraam, voor iedereen voor het grijpen.

Het jongetje op de foto maakt geen misbruik van dat vertrouwen: het is het zoontje van de kraamhouder die liever de shortcut naar buiten neemt.

 

En dan nemen we afscheid van ons hostal, en rijden door de stegen van Montblanc naar buiten.

Op de achtergrond zie je het bord op het hostal: Fonda Bohemia Riuot.

 

Via de stegen rijden we een van de poorten uit, en dan kunnen we een laatste blik werpen op de muren van Montblanc.

 

We rijden naar Barbera de la Conca: eerst een stukje over de C-241.

Het bordje bij de boom vertelt "Area privada de caça": privé jachtterrein. Die bordjes zie je vaak in Spanje; er zijn blijkbaar erg veel landeigenaren die jagen hier.

 

We slaan rechtsaf van de C-241 af, en rijden dan door wijngebied op Barnera de la Conca af.

 

We rijden, net als op de heenweg, weer langs de Cellar Modernista van de Cooperativa Barbera, de wijncoöperatie van de Barbera.

In Spanje zie je op allerlei gebieden nog coöperaties, en die doen het erg goed.

Je ziet trouwens dat de lucht dreigend is...

 

Even verderop, in Cabra del Camp, zien we weer zo'n Modernista Coöperatie.

 

We zijn om een uur of 12 bij het restaurant in Querol waar we ooit een keer hebben gegeten, en waarvan we weten dat het eten er heerlijk is.

We stoppen voor een kop kofie, en door allerlei misverstanden("Wil je hier eten?", "Dat hangt er van af wanneer", "Nee, ik bedoel nu!", "Nee, nu niet"), vertrekken we daar weer om 1/4 voor 1, terwijl ik net heb gevraagd wanneer het restaurant open gaat, en dat is al om 1 uur! (in Spanje is dat meestal vanaf 2).

Als het misverstand zich eenmaal genesteld heeft tussen Ernst en mij, is overleggen onmogelijk. We vertrekken dus weer (en achteraf denk ik dat dat goed is: eten op een plek met heel goeie herinneringen terwijl de communicatie moeizaam verloopt is tamelijk riskant ;-)

Je ziet hier op deze vreemde foto (ik denk genomen vanwege het feit dat de elektriciteitsmast uit de auto lijkt te groeien) nog net de stenen van het Castello van Querol.

 

We rijden zwijgend verder, en proberen allebei de vervelende stemming die is ontstaan achter ons te laten.

Hier zie je het Romaanse kerkje van Santa Maria de Miralles, dat we vanuit de verte zien.

Het kerkje hoort bij een kasteel: we rijden hier weer via een route die vol kastelen is, meestal in de vorm van een ruïne.

 

De C37 is een aangename weg met veel olijfboomgaarden er langs, zoals hier.

In de verte ligt Santa Margarida de Montbui, het laatste dorp voor Igualada.

 

Hier zijn we in Santa Margarida de Montbui.

Op de Pla de Joan Maragall staat een dikke stier. De naam Montbui betekent dan ook berg van de stier. Volgens de verhalen zou er ooit een gouden stier zijn verschenen op de heuvel van Montbui, die werd vereerd door de Iberiërs.

 

Dan rijden we Igualada in.

Ernst is eigenlijk op zoek naar een weggetje dat ons direct naar Montserrat zou brengen. De kaart laat alleen de grote weg zien (de A2) waar hier en daar het oorspronkelijke weggetje een kronkel naast maakt; vaak is die oorspronkelijke weg dan in z'n geheel terug te vinden.

Maar dat blijkt in Igualada niet het geval (hoewel, als je op de kaart inzoomt zie je dat het zou moeten kunnen, via allerlei waarschijnlijk onverharde paden).

We komen onderweg langs het Asil de Sant Crist, dat verstopt zit achter bomen.

Het is gebouwd door een leerling van Gaudi, Joan Rubio i Bellver, en was klaar in 1941.

Het is een tehuis voor oude van dagen (nog steeds).

 

Maar Ernst heeft Montserrat ingevoerd in de Becker. De Becker weet dan wel niet rechtstreeks uit Igualada onverharde paden naar Montserrat te vinden, maar hij tovert ons toch wel iets moois voor.

Vanuit Igualada namen we de weg naar Manresa, de C-37 (nog steeds dus), en nadat we een lange tijd naar het noorden waren gereden (een paar keer via een bochtig parallelweggetje: ook hier is de oorspronkelijke weg vrijwel verdwenen) konden we rechtsaf.

We kwamen toen terecht op dit prachtige weggetje, dat bestaat dankzij het feit dat bosbouwers hier geregeld moeten zijn.

 

Dit smalle bosbouwweggetje vertrekt vanuit Sant Salvador de Guardiol.

Bijzonder aanbevolen!

 

De lucht wordt steeds dreigender, wat, als ik eerlijk ben, het weggetje nog mooier maakt.

Heel wonderlijk om hier opeens van die oranje dingen te zien: een waarschuwing dat de weg hier verzakt is?

 

We komen uiteindelijk terecht op een grotere weg, op de BP 1101.

Vanaf die weg heb je een fantastisch uitzicht op Montserrat, en we stoppen om te kijken of we hier kunnen lunchen met Sultana's, en foto's kunnen maken.

Helaas zijn de bergen (de fotograaf staat er hier met z'n rug naar toe) nergens goed in beeld te krijgen.

Verderop zie je dat de lucht losbarst: daar moet het stortregenen!

Omdat de bui wel erg snel dichterbij lijkt te komen stappen we toch maar op: op zoek naar een wat beter beschutte plek.

 

Op een splitsing slaan we linksaf, en kronkelen dan omhoog, Montserrat op.

Op een gegeven moment krijg je dan dit kerkje aan je linkerhand, de Santa Cecilia, oorspronkelijk deel van een klooster met diezelfde naam (dat klooster werd al in 945 opgericht).

Het kerkje (en de rest van het klooster) is tweemaal in brand gestoken door de Fransen, en opnieuw gebouwd in 1862. Het ziet er nog net zo uit als in de tiende eeuw.

Dit lijkt ons een uitstekende plek voor een pauze met sultana's: desnoods kunnen we binnen schuilen mocht dat nodig zijn.

 

Aan dat kerkje zit een gebouw vast dat vast ooit onderdeel van het klooster was en daarna als refugio dienst heeft gedaan, maar dat nu niet wordt gebruikt. Heel vreemd: je zou er zo een prachtige bar kunnen beginnen. Er is een enorm terras met aan de ene kant uitzicht op de bergwand van Montserrat, en aan de andere kant (je ziet dat hier) op het hele land er onder. En dan is er ook nog dat mooie kerkje.

We picknicken hier, en ondanks de donkere wolken om ons heen blijft het droog.

Even later vliegt er een vogel met ronde, vuurrode vleugels dwars over: een Rode Rotskruiper, de allereerste die ik ooit zie!

 

We lopen ook nog even het kerkje in. Aan de nieuwe houten banken kun je zien dat het nog steeds in gebruik is, ook al kun je zo naar binnen en is er niemand te zien.

 

Op het altaar liggen nog bloemen, en er achter hangt nog een groene slinger. Het lijkt er op dat hier onlangs een bruiloft is geweest.

 

Dit hangt aan een van de muren. Ik heb geen informatie kunnen vinden over wat het is.

 

Dit is het uitzicht dat je hebt over de toppen van Montserrat: dit is een erg mooi plekje!

 

We rijden verder, en de weg is prachtig. Bij elke bocht heb je weer een ander uitzicht op die toppen van Montserrat.

 

Het duurt niet lang voor we de toren zien van het Monestir de Montserrat.

Dat is een bekend bedevaartsoord, vanwege de zwarte Madonna. Er bestaan trouwens nogal wat zwarte Madonna's in Europa, die aanbeden worden. Ik vraag me af hoe dat precies zit. Ze zijn Middeleeuws. De meest bevredigende verklaring vind ik nog wel dat zwart staat voor verdriet.

Het klooster wordt heel veel bezocht. Het is een van de meest bezochte bedevaartsoorden van Spanje.

 

Dit prachtige gebouw was ooit een hotel, Hostal Colonia Puig.

Het stamt uit het begin van de twintigste eeuw, en was toen een chique hotel. In 1936 werd het tijdens de burgeroorlog als hospitaal gebruikt, maar daarna is het weer een hotel geworden. Het is onduidelijk waarom de zaken zijn gestopt, in de jaren 80.

Het is zonde, want het is een prachtig gebouw op een prachtige plek!

De reden voor het verlaten van het hotel heb ik dan wel niet kunnen achterhalen, maar wel dat het personeel van Montesa hier in 1955 een banket kreeg aangeboden ;-)

 

Als we een paar bochten verder zijn zien we het Monestir de Montserrat in alle glorie liggen. Je ziet hier hoe dramatisch het landschap is!

 

En dan verlaten we Montserrat. Vanuit de verte is nog eens extra duidelijk hoe indrukwekkend dat gebergte er bij ligt.

 

We rijden per ongeluk via een andere route dan Ernst in z'n hoofd had (hij wilde terechtkomen op de B-122 via Rellinars): we komen op de C-55 terecht, naar het zuiden.

De weg is breed maar van erg mooie rode rotswanden voorzien.

 

Bij een zijweggetje zitten, tussen dat prachtige landschap, twee vrouwen op tuinstoeltjes, paraplu's bij zich, te proberen mannen zo ver te krijgen dat ze stoppen en betalen voor de huur van hun lichaam.

Ik vind dat extreem triest.

 

Het landschap langs de C-55 blijft indrukwekkend. Rechts zie je een soort tafelbergen.

De huizen die je ziet zijn van Can Tobella, en deze tafelberg heet de Tossal Rodo.

 

En aan de andere kant heb je die rode rotswand.

 

In Olesa verlaten we de C-55, en steken door, via een smal weggetje, naar Viladecavalls, dat direct aansluit op Terrassa, een drukke voorstad van Barcelona.

We zijn in de drukte terechtgekomen.

Via omzwervingen door nieuwbouwwijken komen we toch weer op een erg mooi weggetje terecht (Ernst heeft een absurd talent om dat soort weggetjes te vinden). Dat brengt ons naar Castellar del Valles, waarvan je hier de San Esteve ziet.

 

Het weggetje voert dan voornamelijk via bebouwing, maar we rijden in ieder geval niet in de drukte. Helaas wel via erg veel stoplichten en verkeersdrempels.

Hier rijden we af op Caldes de Montbui. Dat Caldes slaat op de thermische baden die er zijn. Die waren er al in de Romeinse tijd, en die Romeinse baden functioneren nog steeds.

 

We komen dan terecht op de drukke C-59, waar we stoppen bij een bar langs de weg. Er is een terras maar helaas geen eten.

We houden pauze, drinken wat, en maken gebruik van de WC waar op originele manier is aangegeven welke voor de vrouwen en welke voor de mannen is.

Er zijn enorm donkere wolken te zien in de richting van waar we naar toe willen, en over de bergen. We verleggen ons plan: we willen nu via La Garriga en Linar del Valls naar de C35, richting Hostalric (die naam lijkt uit een Asterix en Obelix verhaal te komen, en de naam lijkt te zeggen dat je er perfect kunt overnachten ;-).

 

Helaas, zoals de bar-mevrouw ons al zei, als we wegrijden naar het noorden begint het te regenen, en niet zo'n beetje ook. Enorme regendruppels vallen neer, en onweer met bliksem.

We stoppen in Sant Feliu de Codines op de plek waar we rechtsaf kunnen, om de regenspullen aan te trekken.

De weg naar Bigues is kletsnat: de bochten moeten we nu heel voorzichtog nemen. Zonde, want dit is een erg mooi weggetje! Het is de BV-1484.

Als we in Bigues tanken, beslissen we dat het beter is om direct naar de kust te rijden. In die richting lijkt de lucht iets lichter; verder is alles heel erg donker, en de regen komt nog steeds met bakken tegelijk uit de lucht.

Zo doen we, en even later zien we steeds blauwe lucht voor ons, maar we rijden zelf in de regen.

 

Via de wirwar van bebouwing waar we dan in terecht komen, vinden we onszelf terug op de kaart in La Roca del Valles. Dat ziet er erg aangenaam uit, met castell en al. Als we hier een hostal vinden, beslissen we, blijven we hier!

Maar helaas, we vinden geen hostal en geen hotel.

We rijden daarom verder via de C1415c, een erg mooi bochtig weggetje. Uiteindelijk wordt dat een snelweg. We slaan af, en proberen de regenspullen uit te trekken, omdat het inmiddels droog is geworden. Helaas, terwijl we dat doen begint het weer te regenen (met regenboog).

 

Het is, zie ik later op de kaart, op dit punt dat we de mist in gingen: hier hadden we gewoon rechtdoor moeten rijden, maar we sloegen rechtsaf.

Het gebouw dat je hier ziet is geen kerk maar een chique restaurant: Salmaia.

 

De vergissing die we maken levert wel een uitermate plezierig weggetje op: volop bochtjes en kurkdroog wegdek.

Maar tot onze verbazing komen we via een grote boog vanzelf weer terecht in La Roca del Valles...

 

Ernst zet nu Tossa de Mar in de Becker, en we nemen ons voor die te volgen, welke route hij ook neemt.

Die route is de C35, die soms mooi en vaak lelijk, zo'n beetje parallel aan de snelweg, in de richting gaat van Girona.

 

Dit bord langs de weg vertelt ons dat links van ons de bergen van Montseny te vinden zijn, de plek waar Barcelonezen in het weekend graag verkoeling zoeken (en een hapje te eten), en waar erg mooie motorweggetjes zijn, zoals andere Ernst ons heeft verteld.

Altijd vervelend, om zelf op een rechte brede weg te rijden, en zo'n gebied vlak in de buurt te weten. Maar in dit geval is duidelijk dat we er niet naar toe moeten: de wolken boven Montseny zijn donker, en laten volop regen vallen.

Het is droog, maar donker bewolkt.

We komen langs Hostalric, waar geen hostal te bekennen is ;-)

 

Dan slaan we, de Becker volgend, af naar Blanes. We komen door vlak, nat land: de Marismas (wat volgens mij zoutwatermoeras betekent).

 

We komen uit in Blanes, dat een aaneenschakeling van de meest lelijke flats blijkt te zijn. Sommige hotels proberen Las Vegas te imiteren. Wie wil hier in godsnaam vakantie vieren?

We volgen de kustweg naar het noorden, die hier nog beslist niet mooi is.

Bij het Hospital de la Selva trekken we dan eindlijk de regenspullen uit: het is hier absoluut droog, direct langs de kust!

 

En dan gaan we op zoek naar de weg die met volop groene kronkelingen op de kaart staat: de GI682 langs de Costa Brava, de Wilde Kust van Spanje.

De weg wordt al mooier tussen Blanes en Lloret de Mar, waar we hier op af rijden.

Het is niet veel beter dan Blanes, maar het ligt wel veel mooier, aan een rotsige kust in plaats van in een moeras.

 

Ook hier is weer een aaneenschakeling van erg lelijke hotels in torenflats.

En langs de weg vind je de enorme hoeveelheid touringcars waarin veel toeristen hier naar toe zijn gekomen.

 

Wanneer we Lloret de Mar vrijwel uit zijn zien we één hotel dat er uit ziet als een simpel hostal: Hotel Bonsol. We onthouden het voor als we niets meer tegenkomen, maar kijken eerst verder.

 

Na Lloret de Mar wordt de weg echt heel erg mooi.

Rechts kun je af en toe, ver onder je, een glimp van de zee opvangen; links zijn de bergen die zorgen voor bocht na bocht.

 

Ergens langs deze weg ligt een camping. Dat je daar vakantie wilt houden kan ik me erg goed voorstellen!

 

We rijden hoog langs Tossa de Mar

Als je zo hoog er boven rijdt kun je de lelijke flats een beetje wegdenken, en zie je vooral het schiereiland met de vestingmuren: dat is het oorspronkelijke, Middeleeuwse Tossa de Mar, geheel ommuurd. Dat ligt er schilderachtig bij.

 

Dan wordt de weg mooi, absurd mooi, en we hebben hem vrijwel voortdurend helemaal voor onzelf.

 

Af en toe zijn er duizelingwekkende uitzichten, en zie je via de afgronden beneden je de zee.

 

De kust is hier vrijwel zonder bebouwing. Heel af en toe is er een urbanizacion met dure huizen, maar er zijn geen hotels, geen restaurants. Ik hoop dat dat zo blijft: deze kust is veel te mooi voor bebouwing.

 

Eenmaal komen we langs een hele luxe camping met kant-en-klare plastic tenten en lelijke appartementen.

Laten dat er alsjeblieft niet meer worden!

 

We komen niemand tegen. Tot dit moment: drie jongens op een step!

 

Ernst keert om.

We maken een kletsje, en ze blijken uit Polen te komen.Ze zijn geland in Girona, en zijn van daar uit hier naar toe zijn gestept! Morgen gaan ze verder naar Madrid.

We rijden verder en vertellen elkaar voortdurend hoe schitterend mooi de weg is. We beseffen dat deze weg overdag waarschijnlijk heel druk bereden zal zijn. Dat we hier buiten het seizoen terecht zijn gekomen, 's avonds, betekent dat we hem voor onszelf hebben. Dat is uniek!

 

Uiteindelijk komen we aan het einde van deze weg: in Sant Feliu de Guixols.

Tot onze verrassing is het een echt stadje in plaats van een aaneenschakeling van hotels.

We vinden wel een hotel: je wordt als vanzelf naar de boulevard geleid, en in een zijstraat ontwaren we een hotel, aan de Plaça del Mercat: Hotel Plaça.

Er is een kamer vrij. Met bad. Hoera!

 

We zwerven even langs de haven en door een straatje op zoek naar eten. We strijken neer in Bar restaurant El Gallo, waar de jongen die alles in z'n eentje doet (behalve de keuken) Engels, Frans en Spaans blijkt te spreken, met een enorme flair. Hij kiest ook de muziek, die uitermate plezierige muziek is.

Hij komt uit Frankrijk.

 

Er staan geen Pimientos de Padron op de kaart, maar hij laat ze aanrukken. Ze zijn heerlijk!

We genieten van de witte wijn, tapas, en water. Het leven is na die regen en die drukte weer helemaal goed.

 

Aan de muren zie je behalve de Franse Haan die overal opduikt, intrigerende schilderijtjes: het ene schilderij figureert in het andere.

We lopen terug naar het hotel, Ernst in bad, slapen! Wat een grandioos einde van deze vreemde dag!

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: