Ik wandel ’s morgens met de hond door het dorp. Hond is een groot woord voor mijn kleine, vierkante poolvosje met krulstaart (sommigen zullen terecht een Schipperke herkennen). Hij leidt de weg.
De bus komt langs, en er stappen twee mensen uit; wandelaars, gezien de wandelschoenen, nordic walkings stokken en dagrugzakken. Ze zijn in gesprek: ‘Ouders nemen geen genoegen meer met een gewoon kind, Nu moet het hoogsensitief zijn, of hoogbegaafd, of desnoods ADHD of autisme.’ ‘Ja, en al die psychologen werken daaraan mee. Makkelijk geld verdienen, denk ik dan.’
Sjors begint naar ze te blaffen. Ik vertel hem dat hij niet naar mensen mag blaffen, maar heimelijk ben ik het met hem eens. Het is zo uit de hoogte, en zijn niet alle kinderen bijzonder, want uniek?
(meer…)