Gebrandschilderd raam
Sant Jordi in Montblanc

Montblanc

Vandaag houden we pauze, hebben we ons voorgenomen.

We doen alles dus rustig aan, en zwerven door Montblanc.

Daarbij ontdekken we per ongeluk het Antigc Hospital de Santa Magdalena en de Pont Vell.

We gaan naar de Tourist Information en bekijken de Esglesia de Santa Maria la Mayor van binnen.

Ook vandaag zijn de restaurants vrijwel allemaal dicht. We vinden een bar-restaurant die wel open is, en die we maar meteen als stamkroeg adopteren.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Woensdag 2 mei 2012

We worden wakker in ons "eigen" appartement, maar hebben geen ontbijt ingekocht. Het hostal heeft een ontbijtruimte maar die is dicht (ik kan het me voorstellen: we zijn niet helemaal de enige gasten, maar veel scheelt het niet) net als het restaurant. In het weekend heb je waarschijnlijk meer geluk wat dat betreft.

De motor staat keurig nog buiten, vast aan z'n hek. Het terreintje er achter ligt braak; ik neem aan dat er ooit nieuwbouwplannen waren, maar dat die even in de crisis verdronken zijn...

Op de achtergrond zie je trouwens dat sommige huizen nog steeds van Middeleeuwse banieren zijn voorzien.

Wij gaan op weg naar de Plaza Mayor, waar terrasjes zijn.

 

De enige bar aan het Plaza Mayor waar je kunt ontbijten wordt vreemd genoeg gerund door Chinezen (althans, zij werken er) die alleen een paar woorden Catalaans spreken, maar geen Spaans en geen Engels. Terwijl we op ons terras zitten komt er een bijzonder welvarend uitziende Chinees langs die de zaak lijkt te controleren. Zo te zien is ook de Farmacia van hem.

We drinken onze koffie en lezen ons Catalaanse krantje, en bekijken het leven op de Plaza Mayor. De auto met getinte ruiten aan de overkant doet vreemd: er komt niemand uit, en na een minuut of 5 rijdt hij weer weg. Er gebeuren geheimzinnige dingen in Montblanc...

 

Aan het Plaza Mayor staat een speelgoedwinkel, die in de etalage ruime aandacht besteedt aan de Semana Mediaval.

Met Playmobil gaat dat ook makkelijk ;-)

 

De winkel heet San Crostofol, naar de schutspatroon van de reizigers, die in Nederland Sint Christoffel wordt genoemd.

Hier zie je mooi hoe het Catalaans verschilt van het Castiliaans: in het Castiliaans, dat dicht tegen het Latijn aan zit, heet de heilige Sant Cristofor, dat letterlijk vertaald betekent: hij die Christus draagt. Zowel in het Catalaans als in het Nederlands is de laatste r dus een l geworden, afwijkend van het Latijn.

 

In de etalage staat ook nog een stukje van de muren, met een poort, keurig nagebouwd in speelgoedsteentjes.

Met Catalaanse vlag uiteraard.

 

We besluiten op goed geluk door het stadje te gaan zwerven, en omdat we gisteravond al veel van de ommuurde oude stad hebben gezien, lopen we nu via een van de poorten naar buiten de muren.

We komen terecht in een straat die de Raval de Santa Anna heet, waar deze Maria achter glas hangt. Spanje is erg katholiek, en als toerist zie je daar vooral de leuke en plezierige kanten van.

 

Even verderop is een gebouw waarvan de deuren wijd openstaan: er lopen wat mensen in en uit, die daar aan het werk zijn.

We steken ons hoofd om de hoek, en zien deze mooie binnenplaats. We worden gewenkt dat we overal mogen kijken. We zijn, zonder het in de gaten te hebben, binnengekomen in het Antic Hospital de Santa Magdalena.

Het was, zoals de naam al zegt, ooit een hospitaal voor zieke armen. Later is er een meisjesschool in gevestigd geweest, een dokterspraktijk, en een textielfabriek. Die laatste eigenaar heeft het pand in erbarmelijke staat achtergelaten. Het is toen door de gemeente gerestaureerd.

Het hospitaal is rond een patio gebouwd, die je hier ziet. Het gebouw is van de 15de en 16de eeuw: de patio is gotisch.

 

Hier zie je het gehele claustro van boven, met de waterput en de vloer die nog geheel stamt uit de tijd van de bouw.

Kom nu maar eens om een vloer dat dat uithoudt ;-)

 

Als je verder loopt vanuit dat Hospital kom je bij de oude brug, de Pont Vell.

Er was hier al een brug in de tijd van de Romeinen, maar de brug zoals hij er nu uitziet komt uit de twaalfde eeuw. Romaans dus.

De brug overspant de Riu Francoli.

Ik vind het altijd bijzonder als je weet dat de brug waar je over loopt al zo oud is, en in dit geval, dat ooit Romeinen op precies deze zelfde plek de rivier overstaken.

Aan de overkant zie je een erg kromme schoorsteen, waarvan we er een aantal hebben gezien in Montblanc.

 

Hier kijk je onder een boog van de brug door uit over die rivier de Francoli, die er hier heel onschuldig uitziet, maar als de sneeuw in de bergen smelt de gehele brug onder water kan zetten.

Er was uiteraard veel vogelleven hier: alles zong dwars door elkaar.

 

Er staat een informatiebord in het Catalaans en het Spaans. De brug was deel van een Cami Reial, een koninklijke weg, die niet speciaal bedoeld was om de koning door te laten, maar die door koninklijke troepen werd bewaakt zodat je er veilig over kon reizen. Die weg liep uiteraard ook door het oude gedeelte van Montblanc.

Verder staat er nog eens uitgelegd wat een enorme overstromingen deze brug heeft overleefd (en hoeveel oorlogen!). Hij is van een ongelofelijke soliditeit!

 

We lopen langs de kromme schoorsteen aan de overkant. Het is raadselachtig: alle kromme schoorstenen van Montblanc staan krom naar dezelfde kant. Is daar de mortel het meest vergaan doordat de zon alles heeft verpulverd?

 

We lopen het zandweggetje af, en komen dan op een plek van waaruit je de muren van Montblanc echt heel mooi kunt zien liggen.

Je kunt je hier heel goed voorstellen hoe welvarend en sterk Montblanc er uit moet hebben gezien voor de Middeleeuwse reiziger die hier via de Cami Reial over de Pont Vell kwam!

Eigenlijk vind ik dit het leukste, op een vakantie: buiten alle reisgidsen om op een plek komen die misschien dan wel geen topattractie is, maar die je helemaal zelf hebt gevonden, ontdekt, toevallig.

Dit is zo'n plek die dan "onze" plek wordt.

 

Er is vanaf hier een wandelroute van 10 kilometer naar het Monasterio de Poblet. We lopen een stukje van die route (met het vage idee dat we misschien net zo lang "een stukje" lopen tot het punt waarop we de route net zo goed kunnen afmaken).

Maar we worden gestopt bij een "ford", een plek waar je door het water moet. Het is dan wel niet zo hoog als tijdens die overstromingen die we op het informatiebord hebben gezien, maar we zouden met een aan 100% grenzende zekerheid natte voeten krijgen en het water stroomt erg hard: er zou zelfs een dikke kans zijn op wegglijden. We zijn tenslotte alweer bijna twee bejaarden: we keren op onze schreden terug, en maken een omweggetje door een olijfboomgaard met veel klaprozen.

 

OK, als het water van de Francoli ons perse wil tegenhouden, dan lopen we wel weer de stad in via een van de vele poorten!

Ook hier zie je weer: je mag in principe overal inrijden, met de auto of de motor. Verbodsborden zijn er niet. Je moet alleen wel zelf zien uit te zoeken wat je moet doen als een straatje doodloopt, of in een trap verandert.

 

We komen langs de Oficina de Turisme, de VVV van Montblanc.

Ze zijn gehuisvest in de Antiga Eglesia de Sant Francesc uit de 13de eeuw: een kerk die ooit bij een Franciscaner klooster hoorde. Een passende omgeving voor de VVV van een Middeleeuws stadje.

Catalunya is dan wel geen Spanje, maar wat de liefde voor eten en drinken betreft zijn Catalanen hetzelfde als Castilianen. Er is dan ook van alles te zien over de lokale specialiteiten, zoals deze wijn met een Patrijs op het etiket.

 

En ze denken echt niet alleen maar aan Montblanc: hier zijn alle wijnstreken van Catalunya, ingelijst en al.

 

Er is van alles aan folders te verkrijgen. Die kan ik niet weerstaan ;-)

 

Het is inmiddels tijd om te eten: we gaan op zoek naar een bar of een restaurant.

Hier een bord dat bij een bakker hangt, met Engelse vertalingen van allerlei Catalaanse namen voor wat je daar kunt kopen. Montblanc gokt duidelijk op meer toerisme!

 

Een tegeltableau vertelt:

Als baixos d'aquest edifici, que fou proprietat de la confraria dels pobres de nostre senyor jesucrist, s'hi guardava la primera figura coneguda del drac de Montblanc, construïda per l'artista Cristofor Ortoneda i estrenada per la festa de Sant Vicenc , de l'any 1587

Wat zoiets wil zeggen als dat de figuur van de draak, die eigendom was van een broederschap van de armen, behouden is gebleven aan dit gebouw.

 

Vrijwel tegenover de Oficina de tursime vinden we een bar-restaurant, en hij is nog open ook.

We nemen plaats in het restaurant-gedeelte, en krijgen meteen een karaf goudkleurige wijn. Ongetwijfeld lokaal. En erg lekker.

 

Het eten is simpel en smakelijk: lamskotelet voor Ernst, butifarra voor mij.

En we zijn niet eens de enige eters hier (wel bijna).

 

Hier zie jet het gebouw waar de VVV van Montblanc in is gehuisvest: de Antiga Esglesia de Sant Francesc.

Voor de kerk een monumentje met de woorden:

Montblanc Al seu fill predilecte Francesc de Castellvi i Obando Montblanc 1682 - Viena 1757 Heroi de les Llibertats Catalanes en el setge de Barcelona de l'any 1714

Het is een hommage aan Catalaanse vrijheidsstrijders (eentje of twee, daar kan ik niet goed uitkomen) die zijn gesneuveld in de slag van Barcelona in 1714.

Het vreemdst aan dit monumentje is dat het hier is neergezet op 11 september 1994! Alof wij nog een monument zouden oprichten voor mensen die gesneuveld zijn in de Tachtigjarige oorlog!

 

En hier kom ik al helemaal niet uit: "Dimonis de Mon Blanc, 1984 - 2009". Dimonis betekent duivels. Dat lijkt ook te kloppen met de vreemde horens die uit de steen steken.

 

Even verderop vinden we prachtig smeedwerk als leuning voor een trap.

Zou de Middeleeuwse smid van gisteren dit hebben gemaakt?

 

We vinden ook een uitgebreid tegeltableau (tegeltableau's zijn een van de leuke aspecten van Spanje) over de legende van Sint Joris en de draak (wat moet die op veel plekken draken hebben verslagen).

Die legende vertelt dat er op een kwade dag een draak bij de muren van Montblanc verscheen. Hij vrat niet alleen alle dieren op, maar dreigde ook Montblanc zelf binnen te vallen. Er werd daarop besloten dat er elke dag één inwoner aan de draak geofferd zou worden.

De eerste die dat ongelukkige lot ten deel viel was de dochter van de koning (er werd door middel van loting gekozen, en de koninklijke familie deed mee; een voorbeeld voor de "elite" van nu...).

Precies op het moment dat de dochter verslonden zou worden verscheen er een ridder, die de draak doorspiesde. De held was San Jordi, Sint Joris.

De rode roos verscheen overal waar bloeddruppels van de draak waren gevallen: ook die roos hoort bij de legende.

 

De binnenstad van Montblanc heeft een aantal kerken.

Dit is de Esglesia de Sant Miquel, een mooie, simpele Romaanse kerk uit de 13de eeuw.

 

Van binnen is die kerk vroeg-gotisch (je kunt dat hier mooi zien: de bogen lopen van boven uit in een puntje in plaats van rond te lopen).

 

Bij het andere hotel in Montblanc dat in aanmerking had kunnen komen, Fonda Cal Blasi, staat een erg mooi bordje. Het hotel is onderdeel van een organisatie met de mooie naam Petits Grans Hotels de Catalunya, kleine grootse hotelletjes van Catalunya.

 

En nog een tekst in het Catalaans...

Dit betekent volgens mij zoiets als: Deze inscriptie is een eerbetoon aan Pompeus Fabra, de beroemde taalkundige, en tegelijkertijd een eerbetoon aan het Catalaans.

 

Het bord hangt boven wat restanten van Romeinse zuilen. Raadselachtig...

 

We lopen de 14de eeuse Santa Maria de la Mayor binnen, de grootste kerk van Montblanc.

Bij binnenkomst zie je direct deze Christus, met waxinelichtjes aan zijn voeten. In Spanje is het katholieke geloof nog heel levend, en ik vind dat mooi. Het is vrolijk-katholiek, met alle begrip voor de menselijke zwakheden, zonder opgeheven vingers, met troost en gevoel voor de anderen.

 

In Montblanc is Sant Jordi nooit ver weg. Hier figureert hij in een (uiteraard erg recent) gebrandschilderd raam. Erg mooi gedaan vind ik!

 

Het orgel is uit de barok, en is een van de best bewaarde orgels uit die tijd in Spanje.

 

Hier zie je een vrouwelijke heilige neerkijken op de draak beneden haar. Dit is wel het katholieke geloof ten top: een wonderlijke mengeling van legendes, heidense gebruiken en figuren, en een christelijk geloof. Als dat geloof ontdaan is van z'n wereldlijke macht is het prachtig om te zien, rijk, vol leven.

 

Dit is een retabel (een altaarstuk) uit de 14de eeuw, dat het leven laat zien van de heiligen Sant Bernat (Sint Bernard, naar ik aanneem) en Sant Bernabe (ik zit niet zo in de katholieke heiligen; geen idee dus wie dit is op z'n Nederlands, Barnabas?).

Het is van gekleurd houtsnijwerk, en is nog behoorlijk intact (het is vrij onlangs gerestaureerd).

Je ziet: "no flash". Dit is de beste foto die Ernst kon maken (en hij had moeten wachten tot ik even weg was: ik heb een talent om er idioot op te staan).

Het is met ongelofelijk veel detail gemaakt., Ervoor zie je trouwens weer dat zelfde smeedwerk dat we buiten ook tegenkwamen.

Wat je hier rechts ook nog mooi kunt zien, is dat de hele kerk vroeger in kleur was uitgevoerd.

 

Ook Sant Cristofol (San Cristofor, de drager van Christus) is van de partij, inclusief waxinelichtjes.

Blijkbaar is hij een schutsheilige van Montblanc: je ziet hem op veel plaatsen. Hij is in ieder geval ook de beschermheilige van reizigers, dus ook van motorrijders.

 

In een van de kapellen staat een Pieta, en hij kan dan wel niet met die van Michelangelo wedijveren, hij roept toch een gevoel op dat Pablo Casal zo ongelofelijk mooi op muziek heeft gezet: O vos omnes.

Daarin roept Maria je als het ware toe, terwijl ze daar zit zoals dit beeld je laat zien, en ze vraagt je: Kijk, kijk naar mijn verdriet. Is er meer verdriet mogelijk dan dit verdriet? Het is een lied van troost, ongelofelijk droevig, en tegelijkertijd van troost.

 

Hoeveel bordjes "No Flash" je ook neerzet, er is altijd wel iemand die niet weet hoe hij het uit moet zetten.

Voor een katholieke kerk in Spanje doet deze trouwens erg kil en kaal aan. Dat is te verklaren: hij is in brand gestoken, ooit. De katholieke elite van Montblanc heulde samen met de monniken van Poblet, die erg rijk waren, en in feite de bevolking van Montblanc en verre omstreken uitbuitten, zoals in die tijd zo vaak gebeurde door kloosters (ik zei het al: wereldlijke macht en katholicisme, zet ze alsjeblieft niet samen). De bevolking heeft wraak genomen, en terecht.

Maar langzamerhand komt het leven weer terug in de kerk, al was het maar in de vorm van al die waxinelichtjes.

 

Boven de ingang (of eigenlijk de uitgang voor ons, nu) zie je ook nog houtsnijwerk. En daar weer boven zie je heel mooi de constructie van de bogen die de kerk overeind houden.

 

Dan gaan we naar "ons" appartement om even uit te rusten. Heerlijk om even zo'n echt thuis te hebben! En uiteraard staat de motor nog steeds trots op z'n plek.

's Avonds doorkruisen we nog een keer de stad, en slaan de nieuwe stad niet over. Eigenlijk is alles zo'n beetje dicht, daar komt het op neer. Vreemd genoeg is er een zelfbedieningsrestaurant open, met een enorme hoeveelheid tafels en stoelen in een donkere ruimte, waar je mensen kunt zien in de keuken. Het restaurant is open, de bediening is er, de kassa's staan in de aanslag, maar alles is donker en er is geen klant te zien... Het komt ons ook weinig aantrekkelijk voor, dus we slaan het over.

We strijken neer in onze bar-restaurant, waar een patates bravas net als de eerste avond in de bar op het plein, uit kant-en-klare patat blijkt te bestaan met bravas-saus. De pinxos a la brasa zijn trouwens wel erg lekker.

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: