Tenere op metalen brug
Van de veerboot af rijden

Trelleborg (Zweden) - Güstrow (Duitsland)

Voor we in Trelleborg aan boord kunnen hebben we nog uitgebreid de tijd om de Hansestad Trelleborg te bekijken.

Dan rijden we de veerboot op voor de overtocht; de zee is behoorlijk woest: we vervelen ons niet.

In Duitsland proberen we donkere wolken te ontwijken, en we vinden een hotel in een mooi oud stadje: Güstrow.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Woensdag 7 september 2011

Vroeg opstaan om het ontbijt te halen, dat tot slechts tot 9 uur beschikbaar zou zijn. Het valt uiteraard wel mee: we hadden gemakkelijk nog eten kunnen krijgen na 9 uur.

Het is een uitgebreid buffet, weer in het restaurant op de zevende verdieping, dus met uitzicht over de haven.

Het is, in tegenstelling tot alle weerberichten die we hebben gezien, mooi weer!

 

Er is spek en ei en zijn broodjes, en van alles, ik kan zelfs een pannenkoek niet weerstaan.

Maar het uitzicht naar buiten blijft onweerstaanbaar: in de haven is voortdurend van alles aan de gang. Vrachtwagens uit alle windstreken, boten die aankomen en vertrekken, en de zee.

 

Hier hebben we zicht op zo'n veerboot. Het leuke is dat je aan de hand van de naam, in dit geval de Nils Holgersson, van alles kunt opzoeken. Deze boot vaart bijvoorbeeld tussen Travemünde en Trelleborg, en hij meet 190,75 meter bij 29,5 meter bij 6,2 meter.

 

Hier zie je hoe mooi het havengebouw, waar ons hotel in is gehuisvest, er van binnen uit ziet: de enorme houten balken die alles dragen zijn overal zichtbaar.

 

We hebben nog veel tijd voor onze boot komt: we gaan Trelleborg verkennen.

Hier zie je het Centraal Station van Trelleborg, met koperen dak. Uiteraard direct aan de haven.

 

In de straat direct naast de haven zien we een rij nieuwe huizen die duidelijk gebouwd is als eerbetoon aan de bouw van vroeger hier, uit de tijd dat Trelleborg een Hansestad is. Zo'n Hansestad doet altijd erg Nederlands aan, met baksteen en trapgevels. Niet verwonderlijk, omdat veel Nederlandse steden ook Hansesteden waren, en die Hansesteden onderling veel contact hadden en dus gezamenlijk bouwmaterialen en bouwmeesters gebruikten.

De nieuwe huizen staan hier tussen de oude; ze doen geen moeite om er precies als de oude uit te zien, maar ze doen, net als de oudere, recht aan de geschiedenis van het bouwen hier.

 

Verderop in de stad is een park, met een openluchttheater en een museum.

En beelden. Deze foto ging eigenlijk om het beeld er achter, van de vrouw met de bal in het water, maar de Meeuw stond er op dat hij het onderwerp werd.

 

Veel vogels hier in het park, zoals je ziet.

 

Vanuit het openluchttheater zie je de oude watertoren (of nou ja, oud: uit 1912). Er is nu een café in gehuisvest.

 

De beeldentuin is erg leuk. Links zie je een soort Bommelfiguurtje in het gras liggen (niet Olivier B. zelf uiteraard, maar iemand die zo in een Bommelverhaal zou kunnen opduiken).

Daarachter zit een zelfde soort figuurtje in het gras, met iets roods in z'n handen.

En rechts, naast de bellende meneer, een waaier van ingenieus in elkaar passende buizen.

 

Vlakbij het park is een fontein van waterspuwende draken. Het is de Sjöormen fontein, uit 1935.

De man die hem bedacht en uitgevoerd heeft is Axel Ebbe. Trelleborg heeft een museum aan hem gewijd, de Axel Ebbe Konsthall.

 

Als je door Trelleborg zwerft kom je op veel plaatsen nog oude fabriekjes tegen, zoals deze. Altijd leuk om te zien dat die bewaard zijn gebleven.

 

De centrale winkelstraat van Trelleborg, de Algatan, heeft huizen zoals deze er tussen.

 

En in die straat staat ook deze prachtige fontein, in de vorm van mensen die onder paraplu's schuilen, waar het water van af loopt. Het is de Böst, van Fred Åberg.

 

Dan wordt het tijd om de boot op te zoeken. Gelukkig staan er wegwijzers naar Sassnitz op het uitgebreide haventerrein ;-)

De tickets hadden we al gekocht toen we informeerden naar de vertrektijd (die was om 12.45). De informatie over de veerboten en de ticketverkoop gebeurt allemaal beneden in het havengebouw, en is uitermate vriendelijk en efficiënt, trouwens.

 

We rijden nog eenmaal langs het havengebouw dat ook het hotel huisvest. Zwaaien: dit was een aangename plek om de nacht door te brengen!

 

We mogen, zoals vrijwel altijd bij een veerboot, helemaal naar voren rijden in een rij die bestemd is voor motorrijders.

 

In onze rij staat als enige andere motor een man uit voormalig Oostduitsland met Simpson scooter met aanhangertje. Hij is in Lapland geweest, heeft z'n tent bij zich, maar heeft voornamelijk in hutten overnacht vanwege regen en kou. Een grootse prestatie!

Het gesprek wordt moeizaam wanneer hij klaagt dat er alleen maar "spleetogen en andere buitenlanders" te zien zijn in Zweden.

Ernst vertelt hem over de Koreaanse Kro, en dat die niet meer zou bestaan zonder die buitenlanders, dat er geen goedkope plekken meer zouden zijn om te eten, en ik meld hem dat hij zo veel meer te kiezen heeft (hij klaagde over te weinig meisjes met blonde haren).

 

En dan zien we deze Marter open en bloot rondscharrelen tussen de auto's. Ik hoop dat hij niet snel even ergens wat elektriciteitskabels heeft doorgeknaagd (daar schijnen ze van te houden).

Het kan trouwens volgens mij geen Steenmarter zijn (die komen niet voor in Zweden). Voor een Sabelmarter zitten we veel te zuidelijk. Ik vermoed dus dat het een Boommarter geweest moet zijn (vreemde plek voor hem dan hier in de haven). Dat klopt ook met z'n kleur: chocoladebruin.

Of zou het, bedenk ik nu, misschien een Otter zijn? Dat lijkt me het meest waarschijnlijk: de vorm klopt, de kleur klopt, en de plek waar we hem zagen klopt ook heel aardig. Ik houd het op een Otter, oftewel de Europese Otter, Lutra lutra.

 

De boot op. Er komt een man langs die nieuwe spanbanden aan Ernst geeft (en de motoren bewondert). Ernst zet ze goed vast: het stormt nogal.

We lopen naar voorin de boot, en gaan daar in het restaurant zitten.

Je moet hier wat te drinken bestellen en er is een buffet, blijkt. We bestellen beiden een halve liter Tsjechische pils (is erg lekker), en halen wat van het buffet. Er is allerlei vlees voor Ernst, en ik doe me tegoed aan broodjes met kaas, en aardappelsalade.

En ik heb natuurlijk uitgebreid de tijd om alvast na te denken over de route door Duitsland.

 

De haven verdwijnt in de verte: we zijn op weg naar Duitsland.

 

Zodra we de haven uit zijn zijn er golven.

De golven worden hoger. Het water spat af en toe enorm hoog, tegen onze ramen, wat bang-vrolijke kreten van de kinderen oproept.

We varen eerst dwars op de golven, en "vallen" daardoor af en toe naar beneden (vlak daarna komt er dan zo'n enorme plens water).

 

Na verloop van tijd varen we schuin op de golven, en als ze bijna dwars zijn, gaat de boot enorm schommelen. Zo erg, dat de stapels borden voor het buffet inveren, en bij het uitveren kletteren er een enorme hoeveelheid op de grond.

Als we koffie bestellen blijkt hoezeer onze ober zeebenen heeft: hij blijft even staan tijdens van die enorme golven, en zet dan mijn kopje neer zonder gemorste koffie, en die van Ernst met slechts een klein beetje gemorst.

Ernst morst de rest zelf over z'n broek, als hij gezellig met het kopje in z'n hand blijft zitten tijdens zo'n golf.

Ik zie een Pijlstormvogel (althans, zoiets denk ik)! En volgens mij ook een Stormvogeltje!

 

Als we de kust van Rügen weer in zicht hebben is de zee rustiger geworden.

Ik voel trouwens nu, om 1/2 10 's avonds, nog steeds alles bewegen als ik niet om me heen kijk (maar naar het toestsenbord bijvoorbeeld).

 

Boven die rustige zee, met de krijtrotsen er achter, zie je de wolken nog steeds met een enorme snelheid door de lucht zweven.

 

Ernst is aan de achterkant van het schip het dek opgegaan om foto's van de krijtkust te maken. Op de terugweg komt hij langs deze boerenkapel die de instrumenten aan het inpakken is.

We hebben er niets van gehoord, daar voor op de boot.

 

Ten noorden van Sassnitz ligt een nationaal park (met een kust van krijtrotsen dus): Nationalpark Jasmund.

Het feit dat we hier huizen aan de kust zien houdt dus in bij Sassnitz zijn. Bij het uiterste noordelijke stukje van Sassnitz.

 

Het duurt dan ook niet lang voor we de boot af kunnen. Ik ben, gezien de golven en de kapotte borden, blij dat de motoren nog overeind staan.

 

We rijden de haven uit, en laten daarmee Zweden achter ons.

Je kunt trouwens goed zien dat de lucht boven de Oostzee donker is. En vooral dat de lucht direct boven ons blauwe plekken heeft!

 

Zo'n haven is een plekje niemandsland: je zit er niet meer echt in Zweden, maar je bent Duitsland ook nog niet echt binnen.

Hier komen we dan toch echt in Duitsland, met de bekende snelheidslimieten die nog steeds voor de Autobahn een adviessnelheid aangeven in plaats van een maximum snelheid.

 

We rijden in de richting van Stralsund, over dit soort typische Rügen-weggetjes.

Er vallen een paar druppels, maar het blijft voornamelijk droog.

 

De B96, die we een poos moeten volgen, heeft lange rechte stukken. Deze Triumph Herald Vitesse is dan ook een welkome afleiding, zowel om een poosje achter te rijden als om hem in te halen en te zwaaien.

 

Tenslotte rij je dan eerst over een dam, en dan over de Rügenbrücke, die Rügen met het vasteland verbindt.

Dat gaat in twee etappen: vlakbij Stralsund ligt nog een eilandje, Dänholm, dat als een soort stapsteen wordt gebruikt.

Aan de horizon zie je de contouren van Stralsund, net als Trelleborg een voormalige Hansestad, die we eigenlijk geheel ten onrechte links (of eigenlijk rechts) laten liggen: het is een erg mooie stad.

 

We draaien de brede snelweg-achtige B105 op, richting Rostock, maar dan blijkt dat we recht in de richting rijden van vrijwel zwarte wolken, waar het overduidelijk uit stortregent.

Ernst draait dan ook bij de eerste mogelijkheid van de weg af.

Hier zie je een bijna kaarsrechte scheiding in de lucht tussen die stortregen en licht en droog weer.

 

We komen, via smalle weggetjes, eerst uit op een weggetje dat doodloopt bij de Borgwallsee, en moeten dan noodgedwongen toch weer een stukje in de richting van het noodweer.

Dan komen we op een weg uit die vanuit Martensdorf naar het zuiden loopt, in de richting van Jacobsdorf. We hebben echt het gevoel dat we aan het vluchten zijn voor het noodweer: zo snel mogelijk weg hier!

We rijden nog net in de zon, maar de donkere wolk zit vlak achter ons.

 

Via Jacobsdorf komen we uit op een weg die kaarsrecht naar het zuidwesten looppt, en in Richtenberg rijden we onder een blauwe hemel.

 

De weg buigt na Richtenberg nog meer af naar het zuiden: bijzonder welkom, aangezien het noodweer vanuit het noorden aan komt razen.

Hier is de stadspoort van Tribsees, de Mühlentor, een toren in baksteen uit de dertiende eeuw.

En er is benzine. We trekken uit voorzorg de regenbroeken aan (de regenjassen hadden we al aan tegen de kou van de wind).

 

Het wordt dwalen, na Tribsees. Als we naar het zuiden proberen aan te houden loopt de weg steeds dood, of verandert in een weg die ons naar het oosten leidt. Zo komen we toch weer op wegen terecht die ons terug nemen naar het noorden.

Wanneer we dan proberen om westelijk aan te houden in plaats van noordelijk, komen we weer op doodlopende smalle weggetjes terecht, zoals hier, bij een dorpje Schabow aan de oevers van het riviertje de Recknitz waar we op stuiten, en weer terug moeten.

 

Dat houdt in dat we weer naar het noorden moeten. Hier komen we door Bad Sülze,

Dat stadje is er trots op het oudste Sol-und-Moorbad van Mecklenburg Vorpommern te zijn. Het "Sol" staat voor zout: er zijn hier zoutmijnen. Blijkbaar werden modderbaden in modder uit het veen ("Moor"), met zout uit die zoutmijnen, als gezond bestempeld; iets anders kan ik er niet van maken.

 

Een stukje voorbij Bad Sülze kunnen we naar het zuid-westen afslaan via een weg die ook naar het zuid-westen blijft lopen.

Onderweg is op de akkers te zien dat het ook hier enorm heeft geregend.

Op de kruising met de 103 zit een restaurant-pension. Ik ga naar een kamer vragen, en de baas vraagt of het een probleem is als het even duurt, omdat de kamer nog moet worden schoongenaakt. Geen probleem, zeg ik: we moeten toch nog eten. Dan gaat hij het regelen, en komt terug met de melding dat het toch niet gaat, het personeel is er niet. Noch hij nog z'n vrouw hebben er zin in, blijkbaar.

Opstappen maar weer...

 

We draaien de B103 op.

Als we dit hotel zien stoppen we: het begint donker te worden en het ziet er prachtig uit.

Ik stap af, fatsoeneer m'n haar een beetje, en loop naar binnen in m'n regenspullen . Ik vraag aan een vrouw of er een tweepersoonskamer is. Nein, keine zimmer, zegt ze. Als ik terugloop zie ik dat de receptie van het hotel in een kamertje rechts zit. Ik had het daar overnieuw moeten vragen: het restaurant is vrijwel leeg, en de parkerplaats is voor nog geen derde vol; het bestaat niet dat het hotel vol zit; de vrouw wilde me om de een of andere reden niet.

Verder. Vlak voor Güstrow is er een bordje naar een pension-hotel VillaCamenz. We volgen de pijlen, en komen na wat nare straten uit bij een herenhuis. De deur is dicht, ern als ik op de bel druk, en op de vraag van de mevrouw antwoord dat ik naar een doppelzimmer op zoek ben, zegt ze dat ze geen kamers heeft. Ik krijg langzamerhand het gevoel dat ze geloven dat ik een hoertje ben...

Güstrow in, het centrum in. Daar is gelukkig een bordje naar een hotel. We volgen weer de bordjes, en ik zie dan rechts het hotel, Hotel Altstadt, achter een stoep op vol ongelijke kinderkopjes. Ik stop, en roep Ernst.

Ik krijg de motor vanuit deze positie niet de stoep op, wil verderop keren, en merk dan dat het overal kinderkopjs zijn, met enorme kuilen: ik red het niet om te keren, en moet Ernst de redder in de nood laten zijn.

Ik vraag deze keer Ernst te vragen, en hij komt terug: er is hier een kamer-voor-rokers, voor 78, en in en hotel vlakbij is een kamer voor niet-rokers, voor 98. We staan hier al en zijn doodmoe: het wordt deze kamer.

Het blijkt een enorme kamer! En de rook is op de gang goed te ruiken, maar in de kamer zelf valt het enorm mee.

Ernst haalt de laatste bagagem en neemt ook twee bier mee: hij is echt de redder in nood: ik ben op!

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: