Motor in bocht
Genieten in het Odenwald

Rothenburg ob der Tauber - Mheer

We vertrekken uit Rothenburg ob der Tauber, en komen terecht op een aaneenschakeling van smalle bosweggetjes: heerlijk rijden.

Na verloop van tijd komen we terecht in het Odenwald. Het is prachtig motorrijden daar, met klimmende en dalende bochten, maar motorrijden is er zo populair dat de bewoners er genoeg van hebben: het staat hier vol met allerlei verbodsborden voor motorrijders.

Via grote wegen, vlak langs Worms, komen we in het wijngebied van het Rheinland terecht en daarna in het Soonwald dat erg mooi is, maar waar we grote moeite hebben om een plek te vinden om iets te eten en drinken.

Het laatste stuk naar huis voert door de Eifel: ook heerlijk rijden, uiteraard!

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Zaterdag 6 juli 2013

Dit is het gebouw waarin onze kamer was, helemaal bovenin.

De motoren stonden aan elkaar vastgemaakt met een kettingslot buiten, naast de waterput.

Je overnacht hier echt in Middeleeuws Rothenburg.

 

Er is een ontbijtbar in het hotel, en je kunt kiezen uit verschillende ruimtes om te zitten. De ruimte die wij kiezen is voorzien van een tegelkachel.

We worden daar, door de luide stemmen die ze hebben, helaas gedwongen een gesprek af te luisteren van een gezin waarvan de moeder directeur in de zorg is en de vader makelaar. Ze boeren goed: de crisis is kennelijk alleen voor de minder betaalden, de mensen die zorg nodig hebben, en de huiseigenaren een probleem. Het gaat trouwens niet om de mensen op de foto!

Het gesprek gaat dan ook vooral over geld verdienen.

 

Voor we echt vertrekken lopen we nog even rond.

Op de Kirchplatz staat, naast de St Jacobskirche, dit beeld van een pelgrim.

Erg leuk dat we te weten kwamen dat die pelgrimsroute lang geleden al een flinke inkomstenbron voor Rothenburg was: het was eigenlijk een van de eerste vormen van toerisme.

 

We nemen nog een kijkje in de kerk, maar bekijken vandaag geen details.

Het altaarstuk is langere tijd overgeschilderd geweest, omdat het "te katholiek" werd gevonden. In 1992 is het weer in ere hersteld.

 

Vrj bizar vind ik het winkeltje in de kerk, waar je allerlei kerkelijke souvenirs kunt kopen. Van Jacobsschelpen tot aan Luther-snoepjes...

 

We rijden naar het noorden, via de Schrannenplatz, en stuiten op de stadsmuur waar de Klingenschutt langs loopt, Op die plek staat de Pulverturm.

De Pulverturm is in 1403 gebouwd (maar is tijdens de Dertigjarige oorlog ingestort, en in 1531 opnieuw opgebouwd).

 

We slaan linksaf bij de Pulvertor, en rijden zo een stukje langs de stadsmuur.

In de verte zie je de Klingentor, uit de dertiende eeuw.

De Klingentor heeft lange tijd dienst gedaan als watertoren.

 

Bij de Klingentor slaan we rechtsaf, en opnieuw zien we zo'n bord "Verboden voor paard en wagen"

Dat bord komt in Nederland bijna nergens meer voor: het ziet er op de een of andere manier heel erg uit als iets van vroeger tijden.

 

Zodra we de hoek om komen zien we dat die borden hier inderdaad niet voor niets staan: recht voor je op de foto zie je zo'n paard en wagen.

Het lijkt flauw om van dit soort borden neer te zetten, maar op drukke dagen kunnen hier heel veel van dit soort koetsjes rijden (het is een bloeiende toeristenindustrie, rijtochtjes), en het lawaai kan oorverdovend worden, op de klinkertjes van de straten van Rothenburg.

 

Dit is een zogenaamde Barbakane, een rondlopende muur die voor de eigenlijke stadsmuur stond.

We rijden hier de laatste meters door Rothenburg ob der Tauber.

 

Even later zijn we de stad uit, en rijden we op een brede weg die klimt.

Aan de rood-witte strepen zie je al dat de weg een enorme bocht maakt. Dit is een spectaculaire overgang vanuit de klinkerstraatjes.

 

We steken de Tauber over via de Barbarossabrücke.

Rechts zie je z'n standbeeld: keizer Friedrich I Barbarossa, die leefde van 1122 tot 1190. Barbarossa is Italiaans voor rode baard. Hij was keizer van het Romeinse rijk (zoals Karel de Grote). Hij had familiebanden met Rothenburg.

 

Als we uit het dal van de Tauber zijn geklommen zien we in de spiegels Rothenburg liggen.

Je kunt hier mooi zien hoe hoog het boven de Tauber ligt (die beneden in het dal loopt).

Je ziet ook mooi de St Jacobskirche met z'n dubbele torens overal boven uit steken. Dat was waar wij logeerden.

 

We laten ons leiden door de GPS, die ons op een gegeven moment echt een smal weggetje op stuurt.

We zijn hier in de buurt van Oberrimbach.

 

Een eindje verder rijden we langs een torentje dat vreemd eenzaam langs de weg staat.

Het is de Lichteler Landturm, een voormalige toegangstoren in de Rothenburger Landhege.

Die Landhege was een verdedigingswerk van 62 kilometer lang, die een gebied van zo'n 350 vierkante kilometer omsloten.

Er waren in totaal negen torens. Als je naar Rothenburg wilde moest je eerst via zo'n toren, dan verder naar Rothenburg, en daar weer via een toren.

De Landhege was er niet alleen om Rothenburg verder te beschermen, maar ook de edellieden die onder bescherming van Rothenburg stonden, en hier hun land hadden.

De toren is in 1430 gebouwd. De weg maakt er een bocht omheen: een uitermate motorvriendelijke toren dus, die voor een bocht heeft gezorgd.

 

We komen regelmatig langs een klein dorpje.

Hier, in Rinderfeld, woont volgens het opschrift van het huis een loodgieter, die van metaal allerlei versieringen is gaan maken.

Overal, buiten en binnen, zie je figuren die van uitgeklopt metaal zijn gemaakt.

 

Een volgend dorpje is Wermutshausen.

De kerk heeft er weer zo'n typisch uiendak op de toren.

 

Hier rijden we het dorp uit: je kunt zien dat het in de diepte ligt (in het dal van een beek).

Je ziet hier ook mooi hoe idyllisch het landschap is waar we hier rijden.

 

We komen steeds weer dorpjes tegen, die in een dal liggen van een beek of van een riviertje.

Bij Vorbachzimmern is ook zo'n dal, waar twee beekjes samen komen.

Hier klimmen we uit dat dal, met een haaks bochtje gecombineerd.

Heel absurd dat er precies op dat moment een auto ons weggetje in draait: we zijn de afgelopen tijd vrijwel nergens ander verkeer tegengekomen.

 

Zo komen we steeds weer door een dorpje. Hier is Pfitzingen.

 

Het volgende dorp heeft de vremde naam Herrenzimmern: herenkamers.

Ik vraag me dan onmiddellijk af of er misschien ook vooral mannen wonen. Geen idee. Er is wel een muziekkapel ;-)

 

Her rijden we een poosje parallel aan een beek: rechts, net voor het bos dat je daar ziet, loopt zo'n beekje.

Het levert een meanderende weg op, met mooie doorkijkjes.

 

De weg is niet alleen maar lieflijk meanderend: soms zijn er ook korte bochtjes.

Ik zie tot mijn schande dat ik hier de bocht helemaal afsnijd. Gelukkig kan ik zien dat ik voor de struik en de boom goed kon zien of er tegenliggers waren, maar fraai is het niet ;-)

 

Nog meer korte bochtjes, als we uit een beekdalletje klimmen.

 

Hier zijn we, in Wachbach, weer een beek overgestoken, en klimmen omhoog.

De GPS brengt ons via dit soort kleine weggetjes naar het westen. Hier zijn weinig wegen die in onze richting lopen (historisch gezien logisch door al die beekjes die dwars op onze richting lopen): de meeste wegen lopen van noord naar zuid.

In dat soort gevallen kun je heerlijk urenlang op dit soort kleine weggetjes blijven, als je voor de kortste route hebt gekozen. Ideaal!

 

Kijk toch eens wat een feest voor mij en m'n Guzzi!

Ik zou zo weer terug willen!

 

Hier zijn we uit de beekdalletjes geklommen en rijden bovenop, met weidse vergezichten.

 

We komen terecht op een bosweggetje. Even verderop wordt de weg versperd door een tractor. We kunnen er met geen mogelijkheid langs.

Maar zodra hij ons ziet maakt hij ruim baan voor ons.

De bosbouwers zijn erg verbaasd dat hier iemand langs komt.

 

Voorbij Assamstadt is er minder bos.

We rijden door de velden, met enorme uitzichten.

 

De weggetjes blijven smal.

Hier rijden we vlakbij Oberwittstadt.

 

Het is een afwisseling van landbouwgebied en bosweggetjes.

Omdat het warm is zijn die bosweggetjes extra aantrekkelijk.

 

We rijden Rosenberg binnen, en zullen nu op iets grotere wegen rijden.

Het is al lang lunchtijd eigenlijk: we kijken uit naar een Gasthaus voor een pauze en wat eten en drinken.

Dit station ziet er in ieder geval niet erg naar uit dat je er iets kunt krijgen.

 

Het is in Rosenberg dat we dit gebouw van een steenhouwer zien.

Die laat echt op een prachtige manier zien wat hij kan.

(maar alweer: eten zullen we hier niet vinden)

 

Ook in Bofsheim vinden we geen Gasthaus.

Wel een mooie vakwerkschuur.

 

Deze zwierige weg laat ook zien dat er geen Gasthaus te bekennen is ;-)

We slaan in Eberstadt van de weg af, het plaatsje in.

Daar vinden we wel een Gasthaus, maar dat is dicht.

 

We draaien daarom van de weg af, en vinden een plekje met nota bene een picknickbank.

We drinken het water dat we bij ons hebben, en eten Sultana's en andere etenswaren die we voor dit soort situaties altijd bij ons proberen te hebben.

Hier zie je trouwens mooi het navigatiesysteem dat Ernst gebruikt op z'n Galaxy Note ( Navn Go van Igo; helaas alleen als app voor de IPhone, maar we hebben het van de Becker kunnen overzetten op de Note; het is een ideaal systeem).

Het blijft - vind ik - noodzakelijk om naast zo'n navigatiesysteem een papieren kaart bij je te hebben.

Daar heb je een overzicht op dat onmogelijk is op een scherm. In dit geval heeft die papieren kaart er voor gezorgd dat onze route door het Odenwald ging.

 

We rijden verder en voorbij Buchen krijgen we al een voorproefje van het Odenwald.

Het Odenwald is geliefd bij motorrijders, wat je alleen al kunt zien aan het aantal Bikertreffs die je daar kunt vinden.

Het begint in ieder geval veelbelovend: we zijn hier nog niet op de wegen die als groene kartellijntjes op de kaart te vinden zijn.

 

Bochten linksom, bochten rechtsom, het maakt me niks uit.

Het zijn snelle bochten hier, met erg goed asfalt, en een behoorlijk zicht.

En erg weinig verkeer!

 

Het is langs deze weg dat we voor het eerst een medemotorrijder tegenkomen. De eerste van de hele dag.

 

We rijden hier door het gehucht Rumpfen, tussen Buchen en Mudau.

Er is hier nog af en toe landbouwgrond tussen de bosgebieden; verderop is het voornamelijk bos.

 

De weg neemt ons in mooie bochten Rumpfen uit.

De zonnepanelen op de daken van de boerderijen zijn langzamerhand typisch Duits.

Een mooi detail vind ik ook het bushokje, dat een rood pannendakje heeft.

 

In een dorp voorbij Mudau, Schlossau, rijden we voorbij dit huis van iemand die niets weg kan gooien.

Er bestaan meer mensen zoals Ernst ;-)

 

Vlak daarna komen we de eerste haarspelden tegen, en er is dan ook direct een tegenligger in de vorm van een motorrijder.

Dit is de tweede motorrijder die we vandaag zien.

 

Er volgen er meer.

Op de foto kun je achter mij ook nog een fietser zien: er zijn veel mensen die weten hoe heerlijk rijden het is in het Odenwald.

 

Het is dan ook werkelijk een motorrijdersparadijs hier.

Moet je kijken wat een heerlijke aaneenschakeling van bochten!

 

We klimmen in een behoorlijk hoog tempo.

Dat zijn de lekkerste bochten, als je met het gas er op omhoog kunt klimmen.

 

In Kailbach slaan we rechtsaf, en vlak voor we willen afslaan zien we dit bord.

Ik dacht destijds, toen we er langs reden, dat er stond dat je hier op zondag niet mag rijden, maar ik zie nu dat het ook op zaterdag verboden is voor motorrijders.

Ik dacht toen ook dat het ging om de weg die rechtdoor loopt, maar hier kan ik zien dat het bord juist slaat op het weggetje dat straks rechtsaf slaat.

In dit krantenartikel klagen aanwonenden dat veel motorrijders zich niet aan het verbod houden, maar ik kan nu uit eigen ervaring melden dat je er als je langs dat bord rijdt ook echt niet uit komt komen wat er wanneer wel of juist niet mag.

Mensen uit de horeca melden in dat artikel dat ze juist erg gesteld zijn op de klandizie van de motorrijders: mensen zijn zeker niet unaniem voor dat verbod.

Ik vraag me ook af hoe het precies zit als je in een hotel zit aan die route.

 

We rijden dus zonder er bewust van te zijn geheel illegaal op deze weg.

Het eerste stuk, tot Hesseneck, is minder bochtig dan wat we hier voor al hebben meegemaakt.

Voorbij Hesseneck zien we dit bord, dat ik nog nooit eerder had gezien: een inhaalverbod voor uitsluitend motorrijders!

Blijkbaar zijn er hier heel erg veel ongelukken gebeurd, heb ik het idee. Door deze borden kan de politie een motorrijder van wie ze het idee hebben dat die een gevaar voor zichzelf en anderen is er zo uit plukken.

 

De borden worden flink vaak herhaald.

We zien ook nog borden die aangeven dat specifiek motorrijders hier niet meer dan 70km/u mogen. Op zich vind ik dat een goede maatregel: dan kunnen ze niet keihard gasgeven op de rechte stukken om vervolgens stil te gaan staan voor de bocht.

Alleen zou dat natuurlijk ook moeten gelden voor automobilisten: snelheidsverschillen in het nadeel van motorrijders zijn veel te gevaarlijk voor motorrijders.

Je zult je er hier niet op kunnen beroepen dat je het bord niet gezien hebt doordat je steeds als er zo'n bord stond iemand aan het inhalen was...

 

Tenslotte wordt het ook hier een heerlijke aaneenschakeling van bochten.

Ik moet toegeven dat we ons niet aan dat inhaalverbod hebben kunnen houden. Het was niet erg druk, maar de twee auto's die we voor ons kregen reden zo traag dat we er wel langs moesten om niet het gevaar te lopen dat een achteropligger tegen ons aan zou knallen. Tenminste, zo zag ik dat.

 

In Hetzbach komt er een einde aan deze Krähbergstrecke. We tanken er.

En ik moet toegeven dat ik het dan toch wel erg leuk vind als Ernst voor z'n SuperTenere 18,8 liter nodig heeft, en ik voor m'n Moto Guzzi V7 15,34 liter.

 

Vanuit Hetzbach rijden we een stukje naar het noorden via de B45, en slaan dan linksaf, de B460 op.

We kwamen ook hier een aantal echt uiterst langzaam rijdende automobilisten langs, die vooral de bochten extreem traag namen.

Volgens mij was hier geen inhaalverbod voor motorrijders, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat sommige automobilisten dat inhaalverbod misbruikten om motorrijders dwars te zitten

Van harmonie tussen motorrijders, aanwonenden en de rest van het verkeer is in het Odenwald duidelijk geen sprake.

Erg jammer, want het is een prachtige omgeving voor motorrijders.

Je ziet hier overal motorrijders, en Bikers wilkommen, en motorradtreffs, en winkels met motorkleding en dergelijke. Dit is kennelijk de plek om naar toe te gaan voor de gehele omtrek.

 

Het laatste stukje in het Odenwald hebben we opgereden met twee motorrijders, ook een man en een vrouw. Je ziet hier een van beiden voor ons staan.

Dat aftellen bij stoplichten vind ik trouwens een uitstekend idee!

 

Van tijd tot tijd worden we op prachtige details getracteerd onderweg. Hier heeft een paardenliefhebber een meer dan levensgroot paard op z'n schuur geschilderd.

 

In Heppenheim staat dit prachtige vakwerkhuis.

 

Heppenheim is een mooi stadje. Dit huis, met z'n ronde torens, staat er ook.

 

We komen daarna terecht op de B47, een snelwegachtige weg.

Het is hier bovendien plat: we zijn terecht gekomen in het dal van de Rijn.

 

We steken de Rijn over bij Worms, over de Nibelungen Brücke.

Ook hier komen we weer motorrijders tegen.

 

Worms staat bekend als een Nibelungenstad. Het eerste deel van het lied speelt zich hier af: Siegfried reist naar Worms en wordt daar aan het hof onthaald.

Midden op de brug over de Rijn staat de negentiende-eeuwse Nibelungentor.

 

We blijven op die grote weg rijden als we de Rijn over zijn, en we zijn dan ook blij als er een wegversperring is in Monsheim.

Midden in Monsheim stuiten we op dit torentje. Geen idee wat het is.

 

We rijden richting noordwesten in Molsheim, en laten daarmee de grote weg achter ons.

Hier, in Dalsheim, kun je zien dat we weer naar hoger gelegen gebieden klimmen.

Met de grote wegen laten we ook het Rijndal achter ons.

 

We komen terecht tussen de wijnvelden van het Rheinland. We rijden dan ook langs de ene Weinkeller na de andere.

We zijn al een poos op zoek naar een plek om wat te drinken (ons water is op en het is al lang weer tijd voor een pauze), maar geen enkele van die wijnverkopers heeft zoiets erbij.

Het bordje links op de foto zegt trouwens dat we hier langs Weingut Stauffer rijden.

 

We rijden door Alzey, een grotere plaats, maar ook daar vinden we niets waar we iets kunnen drinken.

Om onze gedachten van de dorst weg te houden rijdt even later echt een prachtige auto voor ons.

Het is, weet ik nu, een Wiesmann MF3.

Wiesmann is een Duits bedrijf van twee broers, die in 1993 hun eerste auto op de markt brachten, deze MF3.

 

We kunnen hem van de achterkant en van de voorkant bekijken: hij laat zich met alle plezier inhalen.

Het is echt een ongelofelijk mooie auto!

 

In Bad Kreuznacht zal wel iets zijn, houd ik me voor, maar ook dat blijkt niet het geval. We zijn te moe om de stad in te gaan en daar een plek te zoeken.

We rijden daarna weer door de wijnvelden, nog steeds zonder enig Gasthaus in zicht, en komen dan in het Soonwald, waar we erg mooi langs een riviertje volgen. De perfecte plek voor een uitspanning, zou je zeggen, maar steeds: niets.

 

Tenslotte zien we de perfecte plek: Landgasthof Gräfenbach. Een enorme tuin, een terras, een restaurant. We kunnen hier zelfs buiten eten.

We stappen af, zetten de helmen af en trkken de jassen uit, pakken onze spullen van de motor, en lopen naar beneden. De man die in de tuin aan het werk is en al die tijd heeft gekeken naar hoe we alles uitpakten, meldt ons dan dat het restaurant gesloten is.

Ik begrijp er niets van. Op zaterdag nota bene!

Maar er zit niets anders op dan onszelf weer in te pakken, de tanktassen weer op de motor te binden, en op te stappen.

 

We rijden verder langs de weg die nog steeds erg mooi is, en eindelijk, eindelijk, na een kilometer of tien, vinden we dan een plek waar we kunnen eten en drinken: Waldwirtschaft Malepartus.

Je kunt daar heerlijk buiten zitten en bijkomen (ik ben doodmoe, dat is goed te zien).

Alcoholvrij Weizen is trouwens een aanrader: dat hebben ze in Duitsland overal, en het is erg lekker.

 

Als we weer vertrekken is het licht echt al avondlicht geworden: de kleuren worden met goud overgoten.

 

Het is een erg mooi weggetje, en dat geldt vooral voor het laatste stuk, in de buurt van Gemünden.

De weg klimt daar in heerlijke bochten omhoog.

 

De bochten eindigen in Gemünden.

Aan de muurschildering van Hotel Gemündener Hof kun je mooi zien hoe Gemünden er uit ziet ;-)

 

En even later zien we met eigen ogen dat de muurschildering klopt: zo ziet Gemünden er uit.

De kerken hebben hier al lang geen uiendak meer, en ook de meidennen zijn verdwenen: wat je uit het dak ziet steken is een antenne.

 

Als we Gemünden uitrijden is het duidelijk dat het in een dal ligt (van een riviertje): we klimmen in mooie bochten omhoog.

 

We rijden naar Kirchberg dat, zoals de naam al zegt, veel hoger ligt.

In Kirchberg staat deze Wasserturm, watertoren.

Hij is gebouwd eind negentiende eeuw, toen de openbare waterbron op de Marktplatz als ondrinkbaar werd verklaard, en hij heeft dienst gedaan tot 2000, en is nu een "Kulturdenkmal".

 

Vanuit Kirchberg nemen we niet de B421, maar een kleiner weggetje, dat eerst naar het westen loopt, dan de snelweg oversteeekt, en dan verder gaat naar het noordwesten.

We rijden dan echt de Hunsrück in: we rijden nog verder omhoog.

We rijden via dat weggetje over de "rug" van de Hunsrück, en dalen dan in hoog tempo af naar Zell am Mosel.

Daar steken we de Moezel over, rijden er een poosje langs (in de richting van het noordwesten) en nemen dan een weggetje richting Bad Bertrich. Dat weggetje is het onthouden waard: het is werkelijk een en al bochten. We zijn langzamerhand erg moe, maar dit is toch echt heerlijk.

Met het oversteken van de Moezel zijn we in de Eifel terecht gekomen.

 

De kortste route van de Igo neemt ons ook nu weer langs heerlijke smalle weggetjes, vrijwel zonder verkeer.

Hier rijden we, in het avondlicht, in de buurt van Wagenhausen (een stukje ten westen van Cochem).

 

En steeds zijn er die heerlijke bochten, zodat je wakker blijft, en je kunt genieten van het schuin liggen samen met de motor.

Dat besef ik altijd, wat een voorrecht het is dat je niet zoals in de auto naar buiten wordt gedrukt, maar als het ware samen met de motor je eigen coördinatenstelsel vormt, en alleen in het zadel wordt gedrukt.

 

De weggetjes worden nog smaller. Daar houd ik van: het landschap wordt steeds belangrijker ten opzichte van de weg.

We zijn hier in de buurt van Sarmersbach.

 

En ook dat smalle weggetjes biedt voortdurend bochtjes.

 

Als we Sarmersbach voorbij zijn zien we een bord dat aangeeft dat de route naar Sarmersbach gesperrt is. Niets van gemerkt.

Misschien heeft ons smalle weggetje ons daar precies voorbij geleid.

 

Na lange tijd vrijwel zonder medeverkeer op die smalle weggetjes te hebben gereden komen we terecht op de B421, die uiteraard veel breder is. Daar zien we direct ook weer motorrijders.

 

Hier rijden we door Hillesheim.

Het gebouw links, met op het krijtbord "Biergarten geöffnet", is Das Krimihotel, waar elke kamre is gewijd aan personen iuit de Krimi-sfeer, zoals Hitchcock Miss Marple, Derrick, commissaris Maigret, Sherlock Holmes en anderen.

Erg leuk bedacht: daar ga ik ons een keertje op tracteren ;-)

Achteraf gezien hadden we hier even pauze moeten houden, in de Biergarten...

 

Maar we rijden door en komen terecht achter een auto die wordt opgehouden door een motorrijder.

De motorrijder gaat steeds bijna stilstaan in de bocht, en geeft enorm gas bij het uitrijden er van, zodat de auto geen enkele kans heeft om er voorbij te komen. Sommige verkeersdeelnemers hebben het idee dat het op de openbare weg zaak is om te verhinderen dat je wordt ingehaald, terwijl de stelregel toch zou moeten zijn dat je je, als je ziet dat je een ander in de bochten ophoudt, laat inhalen.

 

Ernst haalt hem in op een recht stuk (de jongen doet z'n uiterste best om dat te voorkomen, en gaat daarbij zelfs op de linkerweghelft rijden), en maant hem dat hij zich door mij en de auto in moet laten halen. Ik denk dat de arme jongen geen flauw idee heeft wat hem overkomt: hij was natuurlijk gewend dat hij altijd "won" ;-)

 

De Eifel is nog steeds een gebied met veel bosbouw, zoals je hier kunt zien.

Erg mooie kleuren, dat hout, bij dit licht!

 

Dan rijden we Stadtkyll binnen, en stoppen bij een terras.

Aha, Italiaans! We nemen in ieder geval een alcoholvrij bier, en wie weet hebben ze wat stukjes pizzabrood of zo.

We doen onze bestelling (eten is niet mogelijk), en wachten dan, en wachten, en wachten.

Na vijfentwintig minuten besluiten we door te rijden: dit heeft geen zin.

Vandaar dat ik meldde dat we bij de Biergarten van het Krimihotel hadden moeten stoppen ;-)

 

En zo rijden we verder over de B421, die toch ook erg aangenaam is, zoals je hier ziet.

 

Vanaf de B421 slaan we rechtsaf de B265 op, en die verandert in de N632: we zijn in België.

Hier rijden we door Büllingen. Je ziet direct dat dit niet Duitsland maar België is, ook al zitten we hier in Duitstalig België.

 

We rijden in de richting van Malmedy, en het avondlicht wordt mooier en mooier.

Halverwege tussen Bütgenbach en Waimes slaan we rechtsaf, weer een smal weggtje op.

 

Het gehucht waar we hier doorheen rijden heeft de illustere naam Champagne.

De "hoofdstraat" is afgesloten voor een kinderfestijn.

 

We rijden via Robertville, en komen dan, via Sourbrodt, terecht op de weg door de Hoge Venen.

Dit is voor ons bekend gebied: je komt langs de Baraque Michel, en je kunt er de veenplanten ruiken. De weg is vrijwel kaarsrecht, maar op de een of andere manier heeft het iets, als je hier af en toe rijdt. Je voelt hier dat het een behoorlijk aantal graden kouder is dan in de omgeving: de Baraque Michel fungeert als toevluchtsoord voor langlaufers in de winter.

 

We rijden verder via Eupen (niet de mooiste manier om door dit gedeelte van België te rijden: steeds erg recht, terwijl er allerlei veel mooiere omweggetjes te vinden zijn, maar in Limbourg was de weg naar Bilstain afgesloten en we waren te moe om te beseffen dat we in Baelen hadden moeten afslaan).

De zon begint rood te kleuren.

 

Zo komen we, via de Planck, in Noorbeek, vlak bij huis.

We zien er nog net hoe twee bussen zich langs elkaar wurmen in het bochtje bij de kerk.

Vanuit Noorbeek is het heuvel op, heuvel af, heuvel op (met bochtjes uiteraard), en dan zijn we thuis.

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: