Gebouw van gebogen platen titanium
Het Guggenheim museum van een afstand

Bilbao

Zwerven door Bilbao.

We zien wat van de nieuwe wijken, waar de meeste mensen in Bilbao wonen, en we bezoeken de Casco viejo, de oude stad.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

Maandag 3-1-2000

Vandaag zouden we naar de markthallen gaan. De openingstijden waren 's morgens tot 1/2 1 of 1/2 2 of zo, en 's middags van 1/2 5 tot 1/2 8, of zoiets, maar er stond me bij dat ze op sommige dagen alleen maar 's morgens open waren.

Tijdens het wachten op Steffen en Pernette, ´s morgens in ons parkje, waar we weer ontbeten, konden we mooi observeren dat Basken heel vaak hun kinderen meenemen naar parkjes, en dat de ouders nota bene heel vaak echt spelen met die kinderen (dit is echt een zeldzaamheid in Nederland; dat valt pas op als je het in Baskenland ziet).

Er was ook weer een (pro?, contra?-)ETA demonstratie uiteraard.

 

Om een uur of 12 waren Steffen en Pernette er ook, en konden we koffie en thee zetten, voor bij de overheerlijke chocoladebroodjes die Hans bij elkaar had gesprokkeld. Het was 18 graden!

Ik zag dat de markthallen 's morgens bezoeken hopeloos werd, dus hoopte ik maar dat ze s'middags open zouden zijn.

 

Na het ontbijt, toen alles weer was teruggebracht naar het hotel, zochten we de trappen op die Ernst en ik eerder hadden ontdekt: hoog boven de stad zouden we een mooi uitzicht hebben.

En inderdaad, we zagen de hele stad, wel een beetje heiïg, maar goed.

Boven was een sportcomplex voor heel vreemde sporten. We hebben nog een poosje staan puzzelen wat de regels zouden kunnen zijn, maar we kwamen er niet uit.

Basken schijnen inderdaad allerlei Baskische sporten te hebben, die niemand anders kent.

 

Uiteraard maakten we ook uitgebreid gebruik van de schommel en het klimrek ;-)

 

De trappen hadden zo'n beetje evenwijdig aan de rivier gelopen, en als we in die richting verder keken, zagen we een echte woonwijk, met lelijke flats. Daar zouden we doorheen lopen, en dan, via de lelijke brug met de gekleurde muur, terug naar de "nieuwe stad".

Het mooie van die wijk met lelijke flats was dat er onder die flats winkels en cafés waren, overal. Van onderen bleef het dus gezellig Bilbao, of je nu tussen de prachtige oude huizen van de oude stad liep, of tussen de prachtige oude huizen van de "nieuwe stad" (19e eeuws versus nog veel ouder), of tussen de flats.

Ook hier weer parkjes overal. In een supermarkt kopen we groot chips en frisdrank enzo in, en Hans koopt de meest eigenaardige zeebeesten in een blikje.

Van daaruit zien we de enige paar straten met oude huizen van deze hele wijk, en vreemd genoeg zijn die afgesloten met een hek. Ik ga er natuurlijk doorheen (hek is niet op slot), en het is een prachtig verstild wijkje, alleen begrijp ik die hekken niet.

Ernst komt achter me aan, maar de rest loopt om. Dat moet ik ook doen, want het hek aan de andere kant is wel echt op slot, maar aan de zijkant kan ik er uit.

Dan scheiden Steffen en Pernette zich af, die willen nog winkelen. Hans en Ernst en ik lopen door. Ernst z'n hand wordt nog aangereden door een auto die de bocht, waar hij op de stoep staat, een beetje te krap neemt. Ze houden niet van sloom rijden, die Basken ;-)

 

De brug, met de weg waarop we Bilbao zijn binnengekomen, ligt hoog boven ons. Er leiden trappen naar toe, maar eerst moeten we natuurlijk even de klimmuur uitproberen, die ze hier van de muur van die hooglopende weg hebben gemaakt.

 

Als we bovenop lopen zien we aan de andere kant van de weg hele mooie idyllische huizen, met sinaasappelbomen in de tuin, een soort veranda in de schaduw, met tegeltjes versierd (hele mooie tegeltjes!), bijna in Tiroler stijl.

Ooit moeten die een prachtig uitzicht over de stad hebben gehad, maar nu kijken ze uit over deze weg en tegen de flats aan. Maar evengoed zou ik er zo willen wonen.

 

Op de eigenlijke brug moet ik erg mijn best doen niet in paniek te raken door mijn hoogtevrees: elke keer als er een bus of vrachtwagen rijdt, voelt het alsof die enorm hoge brug begint in te storten. Maar ik haal het helemaal ongeschonden, en ik durf zelfs af en toe te genieten van het fantastische uitzicht op het Guggenheim.

 

We dwalen weer zo'n beetje door de nieuwe stad, en komen nog de winkel- met-mooie-dingetjes-van-metaal tegen, met de meest mooie dingen in zijn etalage: een kaasplank op pootjes die de vorm van een muis hebben, een kaasmes met gaten, een deurklopper in de vorm van een hamer, een slakkevorkje in de vorm van een slak, enzovoort, en we komen weer prachtige tegeltjes tegen, gewoon in de buitenmuur van huizen.

We waren een uur later in het hotel als we hadden afgesproken, maar gelukkig waren Steffen en Pernette nog later.

 

Op naar de markthallen dus, maar helaas, die waren inderdaad op maandag alleen 's morgens open. Ik had nog wel beloofd dat ik mee zou gaan naar de vis! Nou ja, moeten we nog een keer naar Bilbao, doen we wel een keer als we weer naar de Picos gaan ;-)

We kunnen gelukkig nog wel de bar met de boccadillos aan Hans, Steffen en Pernette laten zien. Het is alweer donker.

We lopen door de oude stad. Af en toe gaat Pernette een winkel binnen, in de hoop op goedkope zonnebrillen, maar die kan ze niet vinden. Ik zoek in een reisboekenwinkel nog iets over de Basken, tevergeefs.

 

We eindigen op het binnenplein van het paleis: Plaza Nueva. Onder het genot van een biertje (genot, genot? Dit is het minst lekkere bier dat ik ooit heb geproefd!) zien we hoe iedereen hier z'n kinderen uitlaat. Alle leeftijden door elkaar, voetballend, fietsend, skatend, en alles gaat goed! Het is zo mooi om naar te kijken dat je zelfs vergeet hoe smerig dat bier smaakt.

We gaan naar bed (Steffen en Pernette blijven nog volharden in hun zoektocht naar zonnebrillen, maar ze zullen er geen eentje vinden...). Morgen gaan we de motoren weer tevoorschijn halen!

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: