Gebouw in de rots, met zuilengalerij
Het oude Monasterio de San Juan de la Peña

San Juan de la Peña

We bekijken het oude klooster van San Juan de la Peña: het Monasterio Real de San Juan de la Peña. Op een prachtige plaats in de rots gebouwd, met overvliegende Gieren.

Dan rijden we naar Santa Cruz de la Seros, bekijken de Santa Maria daar, en eten heerlijk in een restaurantje.

We bekijken het museum van het nieuwe Monasterio de San Juan de la Peña, waar je de resultaten kunt zien van opgravingen.

Tenslotte wandelen we naar een mirador waar je een grandioos uitzicht hebt over de Pyreneeën, en eten in het restaurant van de Hospederia.

Dit reisverhaal begint met dag 1.

vrijdag 3-9-2010

Als we uit onze hotelkamer kijken, de volgende ochtend, is de lucht lichtblauw.

We kijken uit op een gebouwtje waar informatie is over de omgeving, en de flora en fauna hier, en op de restanten van het nieuwe klooster, het Nuevo Monasterio San Juan de la Peña uit de 17de eeuw.

We ontbijten in het hotel, met een uitgebreid ontbijtbuffet.

 

Na het ontbijt gaan we lopend naar het oude monasterio.

Onderweg zijn overal informatieborden geplaatst, zoals deze, die een aantal wandelingen laat zien op een kaartje van het gebied.

Ik hou van informatieborden. In de VS zijn ze daar erg goed in: een plek waar eigenlijk niets te zien is wordt toch interessant door een informatiebord met het verhaal over wat ooit op die plek heeft plaatsgevonden.

En informatieborden met kaartjes, zoals deze, daar hou ik al helemaal van.

 

Ook allerlei bomen zijn van bordjes voorzien, met de Spaanse naam, de naam in het Latijn, en informatie over de boom. In dit geval is het bord groter dan de boom in kwestie.

 

En er zijn natuurlijk bordjes over de vogels en de zoogdieren die hier voorkomen.

 

De stenen van het pad zijn rond, en nog vochtig van de dauw: het is klauteren en glibberen

 

Daarom nemen we voor het laatste stukje we de weg.

Eerst zie je voor je afgeronde hoge rotsen (net als aan de overkant van het dal waar je in afdaalt, maar dat is hier op de foto niet te zien).

 

Na een bocht zie je onder die ver overhangende rots een gebouw: het oude Monasterio de San Juan de la Peña.

 

We kopen tickets bij het gebouwtje aan de overkant, krijgen een Engelse kaart met uitleg, en gaan naar binnen.

Allereerst wordt uitgelegd waarom dit klooster hier staat. Een edelman van lang geleden zat tijden het jagen achter een hert aan. Dat hert viel van de rots naar beneden, en het paard kon niet meer stoppen, en viel ook.

De edelman prevelde terwijl hij viel een gebed, aan San Juan Bautista, oftewel, Sint Johannes de Doper. En voila, hij landde veilig en levend naast een grot.

In die grot vond hij de resten van een kluizenaarswoning, en hij besloot die te veranderen in een klooster, gewijd aan San Juan Bautista.

Eerst kom je in een ruimte met gewelven, de Sala de Concilios, met een opening naar de rots (hier niet te zien) van waaruit een bron ontspringt.

De uitleg vertelt dat monniken hier als ze straf verdienden met hun hoofd onder de druppels moesten zitten.

 

Dan loop je via deze Moorse boog naar de oude kerk, die Mozarabisch is: hoefijzerbogen. Hij is in de tiende eeuw gebouwd (920).

Er is een plattegrond van het oude Monasterio de San Juan de la Peña

Er zijn daar twee kapellen waarin nog een gedeelte van de fresco's is overgebleven, en geometrisce versiering van de bogen.

 

Via een stenen trap ga je naar de eerste verdieping.

Je ziet daar al de graven in de muur.

 

Er zijn hier een aantal ruimten met een enorme hoeveelheid graftomben. De rijken van Aragon konden hier, tegen riante betaling uiteraard, een plaatsje bestellen voor na hun dood, en dat zou ze veel goed doen bij Petrus.

Dit klooster had blijkbaar zo'n uitstekende PR dat overal bekend was dat je, door hier begraven te worden, de grootste kans maakte op een plaats in de hemel.

Het klooster had dan ook aan geld geen gebrek in die tijd.

Achter de halfronde openingen zie je al het plafond van het Panteon Real dat op de volgende foto is te zien.

 

Dit is het Panteon Real, de koninklijke begraafplaats, en het is duidelijk dat er alles aan is gedaan om de koning te behagen.

 

Ook hierboven is een kerk. Er is vrijwel niets meer over van enige versiering.

Mooi is hier het detail dat de rots eenderde deel van het plafond van de kerk vormt.

Vanuit de kerk is een hoefijzervormige opening (er zat een Moorse deur in, maar die is verdwenen) naar het claustro, de kloostergang.

 

In de kerk staat alleen nog een kopie van de heilige graal (de echte zou trouwens in Valencia staan).

 

Het is jammer dat je nu niet meer door die Mozarabische deur het claustro binnen stapt, maar ondanks dat het is een enorme verrassing wat je ziet.

De rots vormt hier een soort half dak. Daaronder zuilen, voorzien van kapitelen met voorstellingen er op.

En dat alles in de buitenlucht, op de eerste verdieping, met bos en rotsen als uitzicht.

 

Dit is de zuilengalerij van het claustro vanuit een andere hoek. Hier kun je duidelijk zien dat sommige van de kapitelen nog voorzien zijn van voorstellingen.

Je kijkt hier tegen de kerk aan (de nieuwe kerk dus, omdat de oude beneden is, maar nieuw is hier een wel erg relatief begrip).

 

De kapitelen hebben Romaanse voorstellingen. De figuren hebben ernstige gezichten, grote ogen, grote handen en grote hoofden: heel Romaans.

Prachtig is een Jezus die water in wijn verandert in wat een Middeleeuwse bar lijkt te zijn.

Erg mooi is ook deze Kain die Abel met een bijl het hoofd inslaat; beiden kijken op dezelfde manier sereen en ernstig.

 

Er zijn hier ook nog twee kapellen.

Eén heeft dit mysterieuze schilderij. Hier wordt de grondlegger voor het klooster afgebeeld, die met z'n paard naar beneden viel en door San Juan Bautista werd gered.

 

In de andere kapel hangt deze Jezus aan de muur.

 

Als we de kapitelen bekeken hebben en naar de rode rotsen aan de overkant kijken vliegen er zwart-witte vogels langs: Aasgieren!

 

We krijgen ze prachtig te zien, met gele snavel en gele washuid en al. Ze gaan zelfs nog voor ons op de rotsrichels zitten (hier zie je er een voorbijvliegen in het groen).

Ondertussen vliegen er ook Vale Gieren over, en zelfs een Steenarend komt in enorm tempo voorbij.

En dat allemaal vanaf het meest bijzondere claustro dat je je maar kunt indenken.

 

We gaan buiten wachten op het shuttlebusje dat ons naar boven, naar het nieuwe klooster zal brengen, en dat geeft Ernst de gelegenheid om het klooster van de buitenkant te fotograferen.

Je ziet hier heel goed hoe de rots als achterwand en dak is gebruikt.

 

De Gieren vliegen hier zo dichtbij over dat je ze herkenbaar op de foto krijgt, zelfs met een simpele point-en-shoot camera zonder statief.

Hier een Vale Gier.

 

Het busje brengt ons, via de nauwe haarspeldbochten, in vervaarlijke vaart naar boven. Ik ben blij dat we niet op dat moment met de motor naar beneden rijden ;-)

De chauffeur is, gezien het Alpinestars-stickertje op z'n dashboard, zelf trouwens ook motorrijder.

 

Het busje brengt ons naar de Hospederia, de zijvleugel van het nieuwe klooster.

 

Dan nemen we de motor naar Santa Cruz de la Seros. De weg er naar toe is prachtig, grandioze uitzichten over de Pyreneeën, en steeds zie je Gieren.

 

Daar staat een kerkje, de Iglesia de Santa Maria, dat hoorde bij een nu verdwenen klooster voor nonnen, het zusterklooster van San Juan de la Peña.

Het is een prachtig oud kerkje (uit de twaalfde eeuw), met een heel vriendelijke meneer die ons een uitleg in het Engels geeft, en aan het einde verlegen vraagt of we het oude klooster al gezien hebben.

De kerktoren is afgesloten omdat er vorig jaar een 12-jarig kind naar beneden is gevallen.

Vrijwel alle versiering is weg; ook hier, hoog, Romaanse kapitelen. Achter het altaar (dat er niet staat), een klein stukje in relief, gekleurd, van een kruisgang, dat uit Brabant komt.

In een van de kapellen een heel mooi tableau, aan Maria gewijd, met Middeleeuwse voorstellingen, waarin het perspectief wel ontdekt was maar nog niet goed werkend gekregen werd. En een Jezus onder een geschilderde schep, op Renaissance-wijze.

Eigenlijk was het niet toegestaan om foto's te maken, maar de vriendelijke meneer gaf ons toestemming on deze nis op de foto te zetten. Waarvoor dank.

 

Het is een prachtig Romaans kerkje. Ik ben ook heel blij dat er toch af en toe weer geld is om dit soort gebouwen te onderhouden.

 

Tegenover het kerkje zit een hotel-restaurant, maar dat ziet er iets te veel uit alsof de doelgroep bestaat uit dure Engelse ornithologen, en mensen die de weg naar Santiago de Compostella comfortabel en vooral niet al te Spaans af willen leggen.

Een stukje verderop is Restaurante O'Fogaril, en dat ziet er beter uit.

Ernst verplaatst de motor van z'n plekje midden in het dorp naar vlakbij het restaurant en ik ga alvast naar binnen.

 

We kunnen achterin zitten, in de serre, met een aantal andere gezelschappen.

Eerst grote glazen bier en water!

 

Het eten is hier echt heel erg lekker. De eigenaresse van het restaurant vindt het geen enkel probleem om voor Ernst een salade van alleen uien en tomaten te maken, en die is lekker (net als mijn voorgerecht).

De hoofdgerechten zijn net als de voorgerechten simpel en goed, helemaal zoals dat hoort in een simpel, goed Spaans restaurant.

We slaan de eigengemaakte taarten die ze heeft toch af, ook al zien die er aan de tafel met Spanjaarden erg goed uit. Die buiken moeten dunner, niet dikker.

 

Tijd om op te stappen. Ik kan lekker achterop: ik kon me tegoed doen aan het bier.

 

Op de terugweg zien we een grotere bus dan ons shuttlebusje, die bezoekers voor het klooster aflevert.

De busreizigers mogen hier van een mirador, een uitzichtpunt, genieten, en zullen dan naar boven worden gebracht, naar het nieuwe klooster.

Daar kunnen ze met het shuttle-busje naar het oude klooster worden gebracht. Op dit weggetje is geen plaats voor dit soort bussen om veilig in de buurt van het oude klooster te stoppen.

 

Als we voorbij de bus zijn, zien we nog een laatste keer het oude klooster onder en tegen de rots liggen.

 

Dan bekijken we het Museum in het Monasterio Nuevo de San Juan de la Peña. Het zit in de rechtervleugel (de hospederia zit in de linkervleugel, als je op het klooster aan komt rijden).

Je klimt een trap op naar de eerste verdieping, en ziet dan, voor je bij de echte ingang van het museum bent, beneden je deze man in z'n bed, met naast het bed een bureau.

Het is een reconstructie van de kamer van de abt, neergezet in de resten van de echte kamer van de abt zoals die te voorschijn zijn gekomen in de opgravingen hier.

Er is glas gelegd over de begane grond, en zo kun je naar beneden kijken.

 

Als we bij de receptie komen zie ik tot mijn schrik dat de gehele ruimte van zo'n glazen bodem is voorzien, op een smalle houten rand na, hier en daar.

De dame van de kassa is zo vriendelijk om me tegemoet te komen in plaats van dat ik naar haar toe loop, en we krijgen een audio-toer in het Engels van haar mee.

Ik doe mijn uiterste best, en krijg het op een gegeven moment, zoals je hier ziet, voor elkaar om op zo'n glazen plaat te staan.

 

Er zijn meer dan 100 entries, en we luisteren ze allemaal braaf af!

Het klooster is hier naar toe verplaatst toen het oude klooster (beneden, onder de rots) na een flink aantal branden niet meer te herstellen bleek.

Het is een heel rijk klooster geweest; de monniken hoefden niet te werken maar lieten anderen voor zich werken, en waren rijk. Ze zijn een aantal keer door Rome klooster-af gemaakt omdat ze niet volgens de kloosterregels leefden (die een sober leven voorschrijven), maar steeds weer kregen ze het toch weer voor elkaar om weer een klooster te mogen heten, en hun luizenleventje hier voort te zetten.

Ik ontkom er niet aan om vaak over de glazen platen te moeten lopen, maar indien enigszins mogelijk blijf ik dan het liefst op de metalen randen van de platen balanceren.

 

Uiteindelijk moesten de monniken, onder een vrijzinnige koning, hun rijkdommen inleveren, en de Fransen hebben later de rest kapot gemaakt. Sindsdien functioneert hier geen klooster meer.

Gezien de geschiedenis van uitbuiting kan ik daar niet rouwig om zijn. Dit klooster is rijk geworden door de angst voor de hel te verzilveren...

De opzet van het museum is heel erg goed. De voorstellingen onder je (in een gebouw ernaast, hier, loop je er zelfs langs), filmpjes, panelen met informatie, tekeningen, kaarten, en dan die audiotoer erbij, maken dat je je een heel goed beeld kunt vormen van wat zich hier heeft afgespeeld.

 

Dan maken we een wandeling naar het Balcon de los Pirineos. Het is een van de vele wandelpaden hier (je kunt hier gemakkelijk veel meer dan één dag lang wandelen over alle uitgezette paden!).

De paden zijn allemaal voorzien van veel mooie informatieborden.

Aan het einde van de wandeling staan bankjes (waar Spanjaarden gezellig zitten te keuvelen) en deze steen waarop de namen staan van de bergtoppen die je van hier uit kunt zien.

 

Een poos lang horen we gezellig Spaans geklets, en tenslotte blijven wij met z'n tweeën over.

Het uitzicht over de Pyreneeën is grandioos hier, terwijl het in ons geval nog erg heiïg is.

 

De hospederia doet het goed in het avondlicht.

 

Het eten ziet er, net als gisteren, weer uit als een plaatje.

 

En net als gisteren is het uitermate smakelijk.

Dit is onze laatste avond in dit hotel: morgen weer on the road!

 

© Copyright - Auteur: Sylvia Stuurman , Foto's: Ernst Anepool .
Copyright 1993-nu.
Voor commentaar, e-mail adres: sylviastuurman@gmail.com
 
terug Code voor foto: